CE (3 lessen)

Pak een laptop + tekst.
(LessonUp op je laptop dus, geen telefoons.)
Typ hier alle termen waaraan je denkt bij het woord 'argumentatie'.
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Pak een laptop + tekst.
(LessonUp op je laptop dus, geen telefoons.)
Typ hier alle termen waaraan je denkt bij het woord 'argumentatie'.

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Oefenen met een CE-tekst
Alle vaardigheden komen nu samen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lees oriënterend
  • Bekijk titel, tussenkopjes, inleiding, slot, bron
  • Probeer voor jezelf te bepalen: tekstdoel, tekstsoort, hoofdgedachte
    - Tip: zet een streep bij het einde van de inleiding en het begin van het slot
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Deel alleen de tekst uit, nog niet de vragen. 
Wat kun je vertellen over de bron?

Slide 4 - Mind map

Maarten van Rossum: bekende auteur, verstand van geschiedenis, zijn eigen tijdschrift, vaak ironisch.. 
Voornaamste tekstdoel?
A
Amuseren
B
Beschouwen
C
Betogen
D
Uiteenzetten

Slide 5 - Quiz

Bewust geen antwoord ingevuld. Dit is puur om te kijken wat de leerlingen denken (eventueel ruimte om een gesprek op te laten starten). Belangrijkste tekstdoel is overtuigen overigens. 
Hoofdgedachte?

Slide 6 - Open question

Maar historici, hoe bekwaam
ook, kunnen weinig verstandigs over
de toekomst zeggen. Wat we zeker
weten over de toekomst, is banaal en
255 kan iedereen bedenken. Anders dan
veel leken denken, herhaalt de
geschiedenis zich niet. Zeker, er zijn
patronen die steeds weer opnieuw
voorkomen, maar die patronen wijken
260 op subtiele wijze van elkaar af. 

Samenvattend: je kunt historische gebeurtenissen niet voorspellen, want er zijn geen patronen MAAR je hebt historici nodig om men daarvan bewust te maken. 
Lees nu de vragen




In de vragen vind je ook info over de tekst
timer
2:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst intensief
  • Onderstreep kernzinnen
  • Omcirkel signaalwoorden
  • Noteer deelonderwerpen/alineafuncties in de kantlijn
  • Zoek woorden op die je niet kent (en waarvan je de betekenis nodig hebt om de tekst/vragen te kunnen begrijpen)
  • Binnen de tijd klaar? Maak vast de vragen.

 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geen laptop/telefoon meer nodig
Ga verder waar je was gebleven met lezen/vragen maken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Maak vraag 1/m 10. Aanwijzingen:
6: Je krijgt deze woorden er bij een toets/CE altijd bij. Je moet wel weten wat ze betekenen/inhouden (zie je boek voor de betekenis, mocht er onduidelijkheid zijn)
  • Betekenis van de functiewoorden? Zie de link hier rechts
7: Tip: herhaal de vraag in je antwoord 
8: Eerste en laatste woord incl. regelnummer voldoet. 
9: Geen opmerkingen.  
10
- Herhaal de vraag in je antwoord
- Antwoord in hele zinnen
- Tip: de twee gegeven woorden geven een verband aan. Houd hier rekening mee in het zoeken van het juiste antwoord. 
Functiewoorden?
https://www.examenoverzicht.nl/nederlands/functiewoorden 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De juiste antwoorden
Bij dergelijke vragen kijk je naar overgangen:
- De kopjes staan altijd in de chronologische volgorde
(dus 'Inleiding' start bij alinea 1)
- Let op synoniemen in de alinea
- Waar begint de auteur met het behandelen van de inhoud? 

  • 1: alinea 3 [1 punt]
  • 2: alinea 10 [1 punt]
  • 3: alinea 15 [1 punt]

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4 en 5
Tip: markeer ook in de vragen. Wat wordt er nu eigenlijk gevraagd? 
- Streep eerst antwoordmogelijkheden weg die écht onjuist zijn
- Weet wat het verschil is tussen de kernwoorden in de vragen:
hypothese, doelstelling, constatering, conclusie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

WAT IS JE ANTWOORD OP VRAAG 4?
A
Algemene doelstelling
B
Beredeneerde hypothese
C
Onterechte constatering
D
Vooropgeplaatste conclusie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is je antwoord op vraag 5?
A
Erudiet
B
Naïef
C
Objectief
D
Sceptisch

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De juiste antwoorden
  • 6: zin 2 standpunt, zin 3 argument, zin 4 + 5 subargument, zin 6 subargument
    [indien vier elementen goed 3, indien drie elementen goed 2, indien twee elementen goed 1, indien een of geen element goed 0]

  • 7: De kern van een goed antwoord is: het criterium of (politiek) beleid erdoor verbeterd wordt / in kwaliteit toeneemt [1 punt], het criterium of je je eigen tijd beter kan duiden / je de (nabije) toekomst beter in kan schatten/voorspellen [1 punt]

    Niet goed is:
  • aan het criterium of historici betere analisten zijn dan niet-historici
  • aan het criterium of men iets kan leren van de geschiedenis 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De juiste antwoorden
  • 8: “Het menselijk leervermogen is beperkt als het gaat om historische kennis en de emoties van de waan van de dag zijn dominant.” (regels 57-60) 

  • 9: Een van de volgende: spot / ironie / sarcasme / hyperbool / overdrijving

  • 10:

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maak: 11 t/m 17
Vragen? Stel ze!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions