Examen 2021-1

Leestoets bespreken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leestoets bespreken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pak alles erbij!
- Je antwoorden
- De tekst
- De vragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noteer hier je antwoorden op vraag 1, 2 en 3.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

1 Geef aan waarom bij vraag 1 het antwoord alinea 3 is.
2 Geef aan waarom bij vraag 2 het antwoord alinea 10 is.
3 Geef aan waarom bij vraag 3 het antwoord alinea 15 is.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het antwoord op vraag 4
C ?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

wat is het antwoord op vraag 5?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

D!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bij vraag 6 wordt er gevraagd naar functiewoorden

Op de volgende slide staan de antwoorden. 
Hoeveel heb jij er goed?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

En?
zin 1 < al gegeven> constatering
zin 2 standpunt
zin 3 argument
zin 4 + 5 subargument
zin 6 subargument
zin 7 < al gegeven> herhaling standpunt
indien vier elementen goed 3
indien drie elementen goed 2
indien twee elementen goed 1
indien een of geen element goed 0 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Heb je deze punten onderstreept in vraag 7?
- alinea 3 en 4
- criteria
- zinnigheid historische kennis

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Heb je het antwoord op vraag 7 volledig goed?
De kern van een goed antwoord is:
• het criterium of (politiek) beleid erdoor verbeterd wordt / in kwaliteit
toeneemt 1
• het criterium of je je eigen tijd beter kan duiden / je de (nabije)
toekomst beter in kan schatten/voorspellen 1
A
ja
B
nee
C
Het eerste criterium wel, het tweede niet.
D
Het tweede criterium wel, het eerste niet.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het antwoord op vraag 8?
Leg uit wat daar precies staat.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Welke stijlmiddelen zijn er? Ken je ze nog?
alliteratie, antithese, herhaling, ironie, metafoor, hyperbool, parallellisme, personificatie, synesthesie en vergelijking.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is het antwoord op vraag 9?
A
vergelijking
B
ironie
C
hyperbool
D
sarcasme

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 10
Wat betekent de strekking weergeven?
Wat is een relativering?
Ook hier werd weer gekeken naar spelling en zinsbouw.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Heb je het volgende antwoord?
Kijk kritisch na!
Relativering <al gegeven >
Weliswaar zijn in de geschiedenis patronen waar te
nemen,
Standpunt: maar toch valt de toekomst nauwelijks te voorspellen /
maar die patronen wijken van elkaar af.
Argument:  Het historisch proces neemt onverwachte wendingen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vraag 11 gaat over alinea 10 t/m 13
Let erop dat je nu op zoek gaat naar taaluitingen die de negatieve houding tot uitdrukking brengt.
Het gaat dus om woorden en woordgroepen, niet om zinnen en zinsgedeelten!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 1 (de media) 3 (simpele en misleidende), 7 (pretentieuze), 10 (paniekzaaierij) en 11 (conservatieve stemmingmakers)
indien vijf nummers goed 3
indien vier nummers goed 2
indien drie nummers goed 1
indien twee of minder nummers goed  0

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vraag 14
Wat betekent het woord "ontkrachten'?
Wat is een analogie?
Wat is tendentieus?
Wat heb je onderstreept in deze vraag?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Verklaar
Waarom is het antwoord op vraag 12 D?

Slide 20 - Slide

Let daarbij op alinea 10 daarin staat het woord simpele en in alinea 14 wordt gezegd dat bepaalde dingen gewoon vergeten worden. In alinea 13 wordt ook nog even aangegeven dat alliantiestructuren anders waren dan nu en dat dat ook maar even terzijde wordt geschoven.
vraag 13
“Anders dan veel leken denken, herhaalt de geschiedenis zich niet.”
(regels 255-257)
of
“Zeker, er zijn patronen die steeds weer opnieuw voorkomen, maar die
patronen wijken op subtiele wijze van elkaar af.” (regels 257-260)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

vraag 14
Waarom is het antwoord op deze vraag 
1, 4 en 6?
Beargumenteer je antwoord.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke zaken zet je niet in een samenvatting?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Het antwoord op vraag 15 is:
A
zin 2, 3, 5 en 8
B
zin 1, 2, 5 en 8
C
zin 2, 4, 5 en 8
D
zin 1, 3, 5, en 8

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 16
Leg uit waarom het antwoord op deze vraag C is.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waarin heb je de meeste fouten gemaakt?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions