What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal groep 8, thema 4, les 4/17: komma, puntkomma, dubbele punt
Thema 4, les 4 - herhaling
DOEL: We weten wanneer we een komma, puntkomma en dubbele punt gebruiken.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 4, les 4 - herhaling
DOEL: We weten wanneer we een komma, puntkomma en dubbele punt gebruiken.
Slide 1 - Slide
Komma:
als je iemand aanspreekt, tussen twee persoonsvormen, opsommingen, tussen samengestelde zinnen.
Puntkomma:
Tussen twee hoofdzinnen zonder voegwoord die nauw met elkaar samenhangen.
Voorbeeld: Jans was alleen; zijn vriend was al weg.
Dubbele punt:
Voor een opsomming of een verklaring en bij een directe rede.
Slide 2 - Slide
Welke zin is juist?
A
Mijn held is een voetballer, hij kan ook goed hardlopen.
B
Mijn held is een voetballer; hij kan ook goed hardlopen.
C
Mijn held is een voetballer. hij kan ook goed hardlopen.
D
Mijn held is een, voetballer, hij kan, ook goed hardlopen.
Slide 3 - Quiz
Let op de komma / puntkomma / punt.
Welke zin is juist?
A
Sita is mijn idool, maar ik ben ook fan van Dean.
B
Sita is mijn idool; maar ik ben ook fan van Dean
C
Sita is mijn idool. maar ik ben ook fan van Dean.
D
x
Slide 4 - Quiz
Welke zin is juist
A
Mijn moeder zegt, "Kind, je moet zelf je grootste fan zijn,"
B
Mijn moeder zegt: ''Kind, je moet zelf je grootste fan zijn.''
C
Mijn moeder zegt. "Kind, je moet zelf je grootste fan zijn."
D
x
Slide 5 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Ik ben fan van verschillende zangers, George, Robbie, Tim en Dinand.
B
Ik ben fan van verschillende zangers. George, Robbie, Tim en Dinand.
C
Ik ben fan van verschillende zangers: George, Robbie, Tim en Dinand.
D
x
Slide 6 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Ik heb geen idool; mijn vader heeft dat ook nooit gehad.
B
Ik heb geen idool, mijn vader heeft dat ook nooit gehad.
C
Ik heb geen idool. mijn vader heeft dat ook nooit gehad.
D
x
Slide 7 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Ik haal een handtekening van Tim, terwijl mijn moeder op me wacht.
B
Ik haal een handtekening van Tim: terwijl mijn moeder op me wacht.
C
Ik haal een handtekening van Tim; terwijl mijn moeder op me wacht.
D
x
Slide 8 - Quiz
Is de volgende zin juist:
Op de website staan veel weetjes: zijn lievelingseten, zijn lievelingskleur en zijn huisdieren.
A
Nee. De eerste dubbele punt moet een puntkomma zijn
B
Ja, deze zin is juist.
C
Nee, voor het woordje en hoort nog een komma.
D
Nee, de puntkomma moet ook een komma zijn.
Slide 9 - Quiz
Maaike weet dat allemaal; omdat ze het zelf aan hem gevraagd heeft.
A
Niet juist, de ; moet een dubbele punt zijn.
B
Niet juist, de ; moet een punt zijn.
C
Juist geschreven.
D
Niet juist, de ; moet een komma zijn.
Slide 10 - Quiz
Ze belde hem op en vroeg; "Kun je me wat informatie verschaffen?"
A
Juist geschreven.
B
Niet juist geschreven, de puntkomma moet een dubbele punt zijn.
C
Niet juist geschreven, de puntkomma moet een punt zijn.
D
Niet juist geschreven, de puntkomma moet een komma zijn.
Slide 11 - Quiz
Dat vond Maaike niet erg; ze zoekt nu het telefoonnummer van een ander idool op.
A
Niet juist geschreven, de puntkomma moet een komma zijn.
B
Niet juist geschreven, in deze zin hoeft geen teken te staan.
C
Niet juist geschreven, op de plek van de puntkomma hoort een punt.
D
Juist geschreven.
Slide 12 - Quiz
Welk leesteken past in de zin?
Slide 13 - Slide
Op drie hoog woont een jonge man je ziet hem zelden.
A
,
B
;
C
:
Slide 14 - Quiz
Zijn buren zijn nieuwsgierig maar ze durven hem niks te vragen.
A
,
B
;
C
:
Slide 15 - Quiz
Mijn vader vraagt vaak ''Wat doet die jongen de hele dag?''
A
,
B
;
C
:
Slide 16 - Quiz
Hij redt iedere dag mensenlevens kinderen, volwassenen en bejaarden.
A
,
B
;
C
:
Slide 17 - Quiz
Als er een man in nood is kleedt hij zich razendsnel om.
A
,
B
;
C
:
Slide 18 - Quiz
Kijk de volgende keer eens goed naar het journaal misschien zie je hem wel.
A
,
B
;
C
:
Slide 19 - Quiz
Voor je het weet is er weer iemand gered.
A
,
B
;
C
:
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
Taal groep 8, thema 4, les 4/17: komma, puntkomma, dubbele punt
May 2024
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Taal groep 8 week 4 les 17
January 2021
- Lesson with
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
les 4
December 2023
- Lesson with
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
3V Spelling blok 5: komma, aanhalingstekens, dubbele punt, puntkomma, accenten
April 2021
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
29. Thema 4, week 1 Les 4 leestekens
January 2024
- Lesson with
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Taalverzorging 4H deel 1 interpunctie
January 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Taalverzorging interpunctie
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Interpunctie
February 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3