herhalen T5.1 tot en met T5.4

n afbeelding 8 zie je hoe de metamorfose bij een kikker verloopt.Wat blijft in alle stadia van de metamorfose (2 tot en met 8) gelijk?
A
het fenotype
B
het genotype
C
geen van beide
D
zowel het genotype als fenotype
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
biologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

n afbeelding 8 zie je hoe de metamorfose bij een kikker verloopt.Wat blijft in alle stadia van de metamorfose (2 tot en met 8) gelijk?
A
het fenotype
B
het genotype
C
geen van beide
D
zowel het genotype als fenotype

Slide 1 - Quiz

Leg uit hoe tijdens de metamorfose het fenotype kan veranderen, terwijl het genotype gelijk blijft.

Slide 2 - Open question

Uv-straling van de zon is schadelijk voor je huid. Je huid wordt beschermd door melanine. Dit is een pigment dat in de huid ontstaat en de huid donkerder maakt. Melanine geeft ook kleur aan je haren en ogen. Dat je melanine kunt maken, heb je te danken aan een aantal genen.

Wanneer zijn die genen het meest actief: in de winter of in de zomer? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open question

Is dit karyogram (chromosoomportret) van een man of een vrouw?
A
man
B
vrouw
C
kun je niet weten

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we de informatie voor al je erfelijke eigenschappen in een cel?

Slide 5 - Open question

Bij een kikker bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 13 chromosomen.

Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen?

A
geslachtscellen
B
lichaamscellen
C
kun je niet weten

Slide 6 - Quiz

Twee uitspraken:

Dave zegt: De informatie van een genenpaar is altijd gelijk
Jarco zegt: De geslachtscellen van een vrouw hebben allemaal hetzelfde genotype

Wie heeft gelijk?
A
beide gelijk
B
Dave
C
Jarco
D
geen van beide

Slide 7 - Quiz

Vanaf welk moment komt je genotype tot stand?

A
vanaf de geboorte
B
vanaf de bevruchting
C
komt nooit echt tot stand: kan veranderen
D
vanaf ongeveer je puberteit

Slide 8 - Quiz

Bij weefselkweek snijdt een kweker de knoppen van een plant. De kweker laat elke knop uitgroeien tot een nieuwe plant (zie afbeelding 15).

aEigenlijk is het niet nodig om een volledige knop te gebruiken, want ook één cel uit een knop zou kunnen uitgroeien tot een nieuwe plant.
Leg uit dat één cel kan uitgroeien tot een complete plant.

Slide 9 - Open question

en kweker gebruikt een plant voor weefselkweek. Op deze manier groeien er tien nieuwe planten. Zodra de plantjes groot genoeg zijn, worden ze op verschillende plaatsen in de tuin gezet.

bWelke bewering over het genotype en het fenotype van deze plantjes is juist?
A
alle planten hebben hetzelfde genotype en hetzelfde fenotype
B
de planten hebben alleen hetzelfde fenotype
C
de planten hebben alleen hetzelfde genotype
D
de planten hebben verschillende genotypen en fenotypen

Slide 10 - Quiz

Een kweker zet planten die zijn gekweekt via weefselkweek op verschillende plaatsen in een tuin. Na enige tijd valt het op dat de planten er niet allemaal hetzelfde uitzien.

cLeg uit waardoor er verschillen tussen de planten ontstaan.

Slide 11 - Open question

Een tumor die langzaam groeit is, goedaardig
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Een tumor die de bouw van de weefsels verstoort, is goedaardig
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Een tumor die zich verspreidt door uitzaaiing, is kwaadaardig
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Hoe heet een plotselinge verandering van het genotype?

Slide 15 - Mind map

Noteer vier invloeden uit de omgeving die een plotselinge verandering in het genotype kunnen veroorzaken.

Slide 16 - Mind map

Marianne wil laten onderzoeken wie haar biologische vader is: Twan of Bas. In afbeelding 10 zie je het resultaat van het onderzoek bij vier genen. Leg uit wie de biologische vader van Marianne is.

Slide 17 - Open question

In afbeelding 11 zie je twee keer een stukje DNA: boven staat de volgorde uit een allel van de moedercel, onder staat hetzelfde stukje DNA uit de dochtercel.

Heeft bij de celdeling een mutatie plaatsgevonden? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open question

wat is het verschil tussen mitose en meiose?

Slide 19 - Open question