CMC oefentoets verhaalanalyse

Verhaalanalyse






Docent: Rosenboom

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Verhaalanalyse






Docent: Rosenboom

Slide 1 - Slide

Vroeger, in mijn tijd, hadden we nog geen mobiele telefoons. Toen gebruikten we nog morsecode.

Wat is hier de historische tijd?

A
Circa 1600
B
Circa 1700
C
Circa 2000
D
Circa 1800

Slide 2 - Quiz

Ineens dacht ik eraan dat ik gisteren een ijsje had gegeten.

Is dit een flashback?

A
Ja
B
Nee
C
Nee, het is een flash forward

Slide 3 - Quiz

Als er een flashback plaats heeft gevonden, en je teruggaat naar de echte tijd, heet dat een flash forward.

Waar of niet waar?

A
Waar
B
Niet waar
C
D
nee, jantje is helemaal niet depressief!

Slide 4 - Quiz

4. Een flashforward?
A
Slaat periodes (regels wit) over door er geen woorden aan te besteden.
B
Geeft informatie over het verleden en maakt het heden zo begrijpelijker.
C
Onderbreekt de chronologie van een verhaal.
D
Zinspeelt op iets dat nog moet gebeuren.

Slide 5 - Quiz

Lees het volgende fragment: "Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind kon ze zo doen beven."
Welk spanning verhogend techniek gebruikt de schrijver hier?
A
Kennisvoorsprong
B
Kennisachterstand
C
Bijzondere Situatie
D
Uitstelling van de ontknoping

Slide 6 - Quiz

Lees het volgende fragment: "Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind kon ze zo doen beven."
In welk perspectief is het verhaal geschreven?
A
Ik verteller
B
Alwetende verteller
C
Personale verteller

Slide 7 - Quiz

Lees het volgende fragment: Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huizen niet ver van elkaar.
In welk perspectief is het verhaal geschreven?
A
Ik verteller
B
Alwetende verteller
C
Personale verteller

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?

En verhaalmotief is een terugkerend element in een verhaal of roman.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Welk antwoord klopt NIET?
rc= round character
fc= flat character
A
Je leert de RC uitgebreider kennen als de FC.
B
De kennismaking gaat bij een RC geleidelijk aan, bij een FC gaat dat vaak meteen.
C
Een RC is altijd de hoofdpersoon, een FC nooit.
D
Bij een RC kan er een karakter ontwikkeling plaatsvinden, bij een FC kan dat nooit.

Slide 10 - Quiz

Jantje is depressief. Hij koopt OP STRAAT een ijsje tegen zijn slechte zin.

Is hier een belangenruimte genoemd?

A
Ja, op straat.
B
Ja, zijn depressie.
C
nee, de balangenruimte wordt helemaal niet genoemd.

Slide 11 - Quiz

De vertelde tijd van een verhaal geef je weer in:
A
uren, dagen, jaren…
B
regels, pagina’s

Slide 12 - Quiz

Is een autobiografie fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz

Is de Bijbel fictie of non-fictie?
(voor een atheïst)
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz

Lees het volgende fragment: De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat niemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.
Welk spanning verhogend techniek gebruikt de schrijver hier?
A
Kennisvoorsprong
B
Kennisachterstand
C
Bijzondere Situatie
D
Uitstelling van de ontknoping

Slide 15 - Quiz

Lees het volgende fragment: De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat niemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.
In welk perspectief is het verhaal geschreven?
A
Ik verteller
B
Alwetende verteller
C
Personale verteller
D
Persoonlijke verteller

Slide 16 - Quiz