blz. 43 tot en met 54 + deel van vorige les etiquette

blz. 43 tot en met 54 + deel van vorige les etiquette
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ManagementMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

blz. 43 tot en met 54 + deel van vorige les etiquette

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Kennis van een beknopt aantal tafeletiquette (vervolg)
  • Kennis hebben van verschillende dress codes (vervolg) 
  • Weten welke werkzaamheden voor, tijdens en na een vergadering nodig zijn 
  • Kennis van de diverse zaalopstellingen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe onderscheidt black tie zich van white tie?
A
Black tie is minder formeel dan white tie.
B
Black tie is alleen voor dames.
C
Black tie wordt alleen 's nachts gedragen.
D
White tie is minder formeel dan black tie.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat draag je bij een black tie evenement?
A
Een spijkerbroek met een t-shirt
B
Een kostuum met een gekleurde das
C
Een smoking met een zwarte vlinderdas
D
Een cocktailjurk met hoge hakken

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke dress code hoort hier bij? 
  • Vrouwen horen een chique avondjurk of zeer nette cocktailjurk te dragen. Het is niet de bedoeling dat je met blote benen verschijnt.
  • Het op één na meest formele kledingvoorschrift dat je op een uitnodiging kan aantreffen.
  • Jurken vallen tot op de grond (formeel) of tot over de knie (minder formeel).
  • Bij een jurk waarbij je benen deels zichtbaar zijn draag je een panty.
  • De accessoires voor deze dresscode zijn subtiel en glamorous.

Slide 6 - Slide

Black tie voor dames, is iets minder formeel dan white tie. 
Dan draag je een hogere hals en langere handschoenen. 
Je bent uitgenodigd voor de bruiloft en op de uitnodiging staat als dresscode Tenue de Ville.
Wat trek jen als vrouw dan aan?
A
Een mooi wit jurkje met goudkleurige accessoires.
B
Een mooie rok of jurk die net over de knie valt.
C
Een maxi jurk in Ibiza stijl.
D
Een zakelijk pak in donkerblauw of zwart.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de afkorting HACCP?
A
Health and Consumer Control Points
B
Hazard Analysis and Critical Control Points
C
Hazardous Actions and Critical Conditions Points
D
Hygiene and Control of Critical Contamination Points

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hygiënisch werken met voedingsmiddelen
Als je niet hygiënisch met voedsel kan werkt kunnen klanten ziek worden.​


Je let daarom op HACCP ​
(Hazard Analysis & Critical Control Points)​

Hiermee kijk je naar:​
  • Naar gevaren en kritische controlepunten​
  • Kijken welke risico’s er zijn​
  • Kijken wat je kan doen om de risico’s te verkleinen







Slide 9 - Slide

This item has no instructions

HACCP en Hygiënecode
  • Alle organisaties die voeding bereiden, bewaren, transporteren en/of verstrekken, zijn wettelijk verplicht te werken aan voedselveiligheid. 
  • Het systeem dat deze veiligheid moet garanderen is de HACCP (hazard analysis critical control points). 
  • Je kunt deze term tegenkomen als je werkt in een grotere voorziening zoals een woon-zorgcentrum maar ook bij cateringbedrijven.
  • In kleinere woonvormen zijn maaltijdbereiding, bewaren en transport van voedsel meestal eenvoudiger.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Punten
Gevaar
Analyse 
Controle
Kritisch 
Hazard
Analysis
Critical
Control
Points

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Voorbeeld Intern evenement
 blz. 30 tot en met 32 
Lees dit 5 minuten door

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ervaringen delen max. 5 minuten

  • Bespreek met een klasgenoot welke (interne) evenementen jij organiseert. 
  • Wat je daarvan herkent van blz. 30 tot en met 32 
  • Schrijf op een memoblaadje ieder een evenement met de zaken die je hebt geregeld 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding
  1. Wanneer?
  2. Duur?
  3. Genodigden -> vormuitnodiging
  4. Deelnemers -> kosten (catering? wel/niet?)
  5. Intern/extern -> Waar?
  6. Locatie?
  7. Bereikbaarheid/tijdstip?
  8. Materialen en middelen? 
  9. Budget?
  10. Doel/faciliteiten?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maken opdrachten 
1.11, 1.15

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Controle 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het belangrijk dat je handelingen in een logische volgorde doet. Zet de onderdelen van de vergaderservice in de meest efficiënte werkvolgorde.
 

1.
2.
3.
4.
5.
audiovisuele hulpmiddelen gebruiksklaar maken
vergaderzaal schoonmaken en stofzuigen
vergadertafels inrichten en aankleden
klaarzetten vergaderopstelling
buffet met koffie en theekopjes klaarzetten

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Welke zaalopstelling is geschikt voor een grote groep?
A
U-vormopstelling
B
Theateropstelling
C
Schoolopstelling
D
Carré-opstelling

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaalopstelling wordt vaak gebruikt voor grote groepen met sprekers?
A
Schoolopstelling
B
U-vormopstelling
C
Theateropstelling
D
Carré-opstelling

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vergaderopstellingen: Test je kennis...  
Cabaret
U-vorm
Theater
Blok
Klas 

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions