1.8 De stembanden

De stembanden
Basisstof 8

1.8.13 Je kunt de bouw en werking van de stembanden beschrijven.


1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De stembanden
Basisstof 8

1.8.13 Je kunt de bouw en werking van de stembanden beschrijven.


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Herhalen
  • Uitleg B8  "De stembanden"
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Sophie wil ontdekken welke gassen een kikker afgeeft. Ze zet een kikker onder een stolp en laat lucht uit de stolp gaan door een glas kalkwater. Na een paar uur kijkt ze bij het kalkwater. Het kalkwater is troebel.
Welke conclusie kan ze nu trekken?
A
kikkers geven koolstofdioxide af
B
kikkers geven geen koolstofdioxide af
C
kikkers geven zuurstof af
D
kikkers geven geen zuurstof af

Slide 3 - Quiz

Deze haai ademt d.m.v.
A
longen
B
tracheeën
C
kieuwen
D
celademhaling

Slide 4 - Quiz

Deze kippen ademen d.m.v.
A
longen
B
tracheeën
C
kieuwen
D
celademhaling

Slide 5 - Quiz

Bloed stroomt langs de longblaasjes. Wat is kenmerkend aan het bloed dat van de longblaasjes af stroomt?
A
Veel zuurstof
B
Veel koolstofdioxide
C
Veel stikstof
D
Er is niks wat duidelijk anders is

Slide 6 - Quiz

Wat klopt over de strotklep?
A
Is meestal open, sluit luchtpijp af
B
Is meestal open, sluit slokdarm af
C
Is meestal dicht, sluit luchtpijp af
D
Is meestal dicht, sluit slokdarm af

Slide 7 - Quiz

Praten
  • De mond- en keelholte 
  • De luchtpijp 
  • De stembanden                                     -->gelegen in het strottenhoofd

Slide 8 - Slide

Opbouw strottenhoofd 
  • Aan de voorkant van het strottenhoofd bevindt zich het schildkraakbeen (de ‘adamsappel’). 
  • Achter het schildkraakbeen liggen de stembanden (2 vliezen). 
  •  Aan de bovenkant van het strottenhoofd bevindt zich het tongbeen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stembanden
  • In het strottenhoofd zitten twee kleine bekerkraakbeentjes.
  • Tussen deze kraakbeentjes liggen de stembanden
  • De stembanden worden van en naar elkaar toe bewogen door deze kraakbeentjes. Hierdoor wordt de stemspleet nauwer of wijder.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe maak je geluid?
  • Bij ademhaling staan stembanden open. 
  • Breng je de stembanden naar elkaar bij het uitademen dan gaan de stembanden trillen.  

  • Stembanden strak gespannen: sneller trillen, hogere toon 
  • Stembanden lager (puberteit jongens), stem lager 

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maak opdr. 1
  • Oefen met Flitskaarten
  • Maak Test jezelf BS 1 t/m 6

Slide 14 - Slide