Oefenen beeldspraak en stijlfiguren

Beeldspraak

Vergelijking: zowel beeld als object staan in de zin.
(Hij is zo rood als een tomaat)

Metafoor: alleen beeld wordt genoemd.
(Schat, we gaan zo eten!)



Personificatie: een levensloos object krijgt levendige eigenschappen.
(De wind huilde)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Beeldspraak

Vergelijking: zowel beeld als object staan in de zin.
(Hij is zo rood als een tomaat)

Metafoor: alleen beeld wordt genoemd.
(Schat, we gaan zo eten!)



Personificatie: een levensloos object krijgt levendige eigenschappen.
(De wind huilde)

Slide 1 - Slide

De auto's in de file bij Hedel kropen met nog maar een paar kilometer per uur voort
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 2 - Quiz

Tijdens de najaarsstorm stoeide de wind met de bladeren.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 3 - Quiz

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 4 - Quiz

De kamers in de jeugdherberg in Parijs leken wel een soort isoleercel.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 5 - Quiz

Mijn dochter computerde altijd veel, maar tegenwoordig is het meer een boekenwurm
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 6 - Quiz

Na de diploma-uitreiking hebben veel leerlingen het gevoel of de toekomst hen toelacht
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 7 - Quiz

Mijn hart zei me het voorstel maar te accepteren.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 8 - Quiz

Die leraar gedroeg zich als een echte dictator
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 9 - Quiz

Toen hij dat geluid hoorde, greep de angst hem bij de keel.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 10 - Quiz

Als verdwaalde schapen liepen ze door het land.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 11 - Quiz

Die vrouw heeft een hart van goud.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 12 - Quiz

De zon lachte ons toe.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 13 - Quiz

Stijlfiguren



Inversie
Prolepsis
Paralellisme
Ellips
Antithese
Enumeratie
Repetitio
Hyperbool

Slide 14 - Slide

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
Inversie
B
Ellips
C
Antithese
D
Hyperbool

Slide 15 - Quiz

De etterbak, ik wil hem niet meer zien.
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 16 - Quiz

We zijn gisteren niet gaan tennissen want de regen viel bij bakken uit de hemel
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 17 - Quiz

Jongens, ik ga even naar de bakker want ik verga van de honger
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 18 - Quiz

Op tv, in de krant, op internet, overal kom je die afbeelding tegen.
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 19 - Quiz

Hij is niet helemaal …
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 20 - Quiz

Looft God in zijn heiligdom;
looft hem in het uitspansel zijner sterkte.
Looft hem vanwege zijn mogendheden;
A
Repetitio
B
Paralellisme
C
Antithese
D
Ellips

Slide 21 - Quiz

O als ik dood zal, dood zal zijn
Kom dan en fluister, fluister iets liefs.
A
Repetitio
B
Paralellisme
C
Antithese
D
Ellips

Slide 22 - Quiz

Ik houd van het proza, dat op mij toedruist, op mij aanraast, op mij neerdondert in een stormende stortvloed van passie.
Ik houd van het proza, dat onbewegelijk en ontzaglijk is als bergruggen.
Ik houd van het proza, dat dartelt en jubelt als een waaiend zomerwoud vol vogels.
Ik houd van het proza, dat ik daar zie staan met zijn volzinnen, als een stad van marmer.
Ik houd van het proza, dat over mij daalt als een gouden sneeuw van woorden.
A
Repetitio
B
Paralellisme
C
Antithese
D
Ellips

Slide 23 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
Antithese
B
Enumeratie
C
Hyperbool
D
Repetitio

Slide 24 - Quiz

De stijlfiguur die altijd samengaat met prolepsis is:

Slide 25 - Open question