This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De Kracht van Diferentieren
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van de Les
Aan het einde van de les kun je differentiëren en begrijp je de toepassingen ervan.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les en wat ze zullen leren.
Wat weet je al over differentiëren?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is Differentiëren?
Differentiëren is een wiskundige techniek waarmee we de snelheid van verandering van een functie kunnen bepalen.
Slide 4 - Slide
Leg kort uit wat differentiëren is en waarom het belangrijk is.
Notatie
Differentiëren wordt genoteerd met de operator 'd/dx'.
Slide 5 - Slide
Demonstreer hoe differentiëren wordt genoteerd en leg uit wat het betekent.
Regels van Differentiëren
Er zijn verschillende regels voor differentiëren, zoals de machtsregel, de somregel en de productregel.
Slide 6 - Slide
Beschrijf kort de belangrijkste regels van differentiëren en geef voorbeelden.
Toepassingen van Differentiëren
Differentiëren wordt gebruikt om de helling van een functie te vinden, extrempunten te bepalen en om snelheids- en versnellingsproblemen op te lossen.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe differentiëren wordt toegepast in verschillende situaties en geef voorbeelden.
Differentiëren in de Praktijk
Laten we nu een paar oefeningen doen om differentiëren in de praktijk te oefenen.
Slide 8 - Slide
Geef de leerlingen enkele oefeningen om differentiëren toe te passen en begeleid hen bij het oplossen ervan.
Uitdaging
Tijd voor een uitdaging! Hier is een complexe functie om te differentiëren. Wie kan het correct oplossen?
Slide 9 - Slide
Daag de leerlingen uit met een moeilijkere differentiatieoefening en moedig hen aan om het zelfstandig op te lossen.
Samenvatting
Differentiëren is een krachtige wiskundige techniek om veranderingen in functies te begrijpen en te berekenen.
Slide 10 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.