AVOIR

AVOIR
= HEBBEN
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

AVOIR
= HEBBEN

Slide 1 - Slide

2. Ik kan het werkwoord "hebben" vervoegen in het Frans.

Slide 2 - Slide

AVOIR ( = hebben)
AVOIR 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat betekent deze zin in het Nederlands?

"Nous avons une grande famille."

Slide 5 - Open question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 6 - Drag question

J'ai =
A
ik heb
B
jij hebt

Slide 7 - Quiz

Nous avons =
A
Wij hebben
B
Zij hebben

Slide 8 - Quiz

Vous avez =
A
zij hebben
B
jullie hebben

Slide 9 - Quiz

Elle a =
A
Zij is
B
Hij is

Slide 10 - Quiz

Tu ... un chien.

Slide 11 - Open question

Il ... un chat.

Slide 12 - Open question

Ils ... un frère.

Slide 13 - Open question

Schrijf het rijtje van avoir hieronder op. Kijk hoe ver je komt.

Slide 14 - Open question

Hoe ging dit?

Slide 15 - Slide