3HAVO - H6 Grammatica - Ambiguïteit

Ambiguïteit
3HAVO - H6 Grammatica
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Ambiguïteit
3HAVO - H6 Grammatica

Slide 1 - Slide

De leerlingen moeten zinnen maken met de woorden die ze hebben geleerd. De docent vraagt aan Tim welke zin hij heeft bedacht. Tim zegt: ‘Ik heb geen zin.’

De klas begint te lachen. Waarom, denk je?

Slide 2 - Slide

Er zijn zinnen die je op meerdere manieren kunt uitleggen: ze zijn ambigu. Ambigu komt van het verouderde werkwoord ambigeren, dat twijfelen betekent. Dichters, cabaretiers en reclamemakers werken soms opzettelijk met ambiguïteit:


Slide 3 - Slide

Er zijn zinnen die je op meerdere manieren kunt uitleggen: ze zijn ambigu. Ambigu komt van het verouderde werkwoord ambigeren, dat twijfelen betekent. Dichters, cabaretiers en reclamemakers werken soms opzettelijk met ambiguïteit:

– Er gaat niets boven Groningen

Slide 4 - Slide

– Er gaat niets boven Groningen

In deze zin kan ‘gaat boven’ betekenen dat er niets mooier is dan Groningen. Ook kan de zin betekenen dat er letterlijk niets boven Groningen gaat: Groningen is de noordelijkste provincie van ons land.

Slide 5 - Slide

– Ja, in de bergen kan het levensgevaarlijk zijn. Alleen vorig jaar al heeft de Vaalserberg 30 doden geëist. Gelukkig is men niet op de eis ingegaan, maar je schrikt wel even als je het hoort. (Herman Finkers)

Slide 6 - Slide

– Ja, in de bergen kan het levensgevaarlijk zijn. Alleen vorig jaar al heeft de Vaalserberg 30 doden geëist. Gelukkig is men niet op de eis ingegaan, maar je schrikt wel even als je het hoort. (Herman Finkers)

Het woord ‘eisen’ kan betekenen dat je iets dwingend verlangt, maar ‘eisen’ kan ook betekenen ‘kosten, met zich meebrengen’: De Vaalserberg kostte 30 mensen het leven.

Slide 7 - Slide

In zakelijke teksten kun je ambigue zinnen beter vermijden, want ze roepen misverstanden op.

Slide 8 - Slide

Ambiguïteit kan verschillende oorzaken hebben:

Slide 9 - Slide

  • De zin bevat een woord dat meerdere betekenissen heeft (een homoniem):

  • Scapino, je loopt gewoon binnen.

Slide 10 - Slide

  • De zin bevat een woord dat meerdere betekenissen heeft (een homoniem):

  • Scapino, je loopt gewoon binnen.

    Binnenlopen
    kan betekenen ‘betreden’ of ‘rijk worden’.

Slide 11 - Slide

  • In de zin staat een woordgroep die meerdere betekenissen heeft:

    In de gang hangt een foto van Janet.


Slide 12 - Slide

  • In de zin staat een woordgroep die meerdere betekenissen heeft:

    In de gang hangt een foto van Janet.

    Dat kan betekenen:
    – de foto die Janet heeft gemaakt;
    – de foto waarop Janet is afgebeeld;
    – de foto waarvan Janet de eigenaar is.

    Meestal blijkt uit het zinsverband welke betekenis wordt bedoeld.

Slide 13 - Slide

  • Je kunt de zin op twee manieren ontleden en daar horen twee verschillende betekenissen bij:

    – Pepijn geeft Alysa een cadeau.

Slide 14 - Slide

  • Je kunt de zin op twee manieren ontleden en daar horen twee verschillende betekenissen bij:

    – Pepijn geeft Alysa een cadeau.

    Twee mogelijkheden:
    a Pepijn = onderwerp
     Alysa = meewerkend voorwerp
    Anders gezegd: Pepijn geeft aan Alysa een cadeau.
    b Alysa = onderwerp
     Pepijn = meewerkend voorwerp
    Anders gezegd: Aan Pepijn geeft Alysa een cadeau.

Slide 15 - Slide

  • De zin bevat een onduidelijke verwijzing:

    – Dylan vroeg Igor en zijn vriendin mee naar het zwembad.


Slide 16 - Slide

  • De zin bevat een onduidelijke verwijzing:

    – Dylan vroeg Igor en zijn vriendin mee naar het zwembad.

    Het woord zijn verwijst onduidelijk: om wiens vriendin gaat het?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
1. Waar heb je de tekening van mijn zusje gelaten?

Slide 19 - Open question

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
2. Gideon laat de docent weten dat zijn handschrift onleesbaar is.

Slide 20 - Open question

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
3. Het slot was echt prachtig!

Slide 21 - Open question

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
4. Carin vertelt Shanne dat zij vanavond vroeg naar bed moet.

Slide 22 - Open question

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
5. ME slaat man met knuppel neer (krantenkop)

Slide 23 - Open question

Geef van de zin aan waarom deze ambigu is. Maak gebruik van de theorie.
6. Wij hebben gisteren naar een stomme film gekeken.

Slide 24 - Open question

Ga naar de digitale omgeving van Nieuw Nederlands online en maak de opdrachten die ik in de planning heb klaargezet.

Slide 25 - Slide