VWO 3 - Woordenschat h1

Woordenschat

 

Hoofdstuk 1

 

Beeldspraak

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat

 

Hoofdstuk 1

 

Beeldspraak

Slide 1 - Slide

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie en metonymie
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken.

De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
Zij heeft een hart van goud
Zo rood als een kreeft

Slide 5 - Slide

Metafoor
Het object wordt helemaal vervangen door het beeld. Metaforen kunnen ook werkwoorden zijn.

Het schip der woestijn (kameel)
Een tsunami van nieuwe voorschriften (een enorme berg)
Een vruchtbare vergadering (een vergadering met resultaat)

Ik brand van verlangen
Ze heeft hem met alle schulden laten zitten.

Slide 6 - Slide

Personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.

 

De zon streelde onze wangen

het gevaar loerde op elke hoek van de straat
papier is geduldig

Slide 7 - Slide

Metonymie

Veel beeldspraak berust op een overeenkomst tussen object en beeld (vergelijking, metafoor). Beeldspraak kan ook een ander verband tussen object en beeld beschrijven:

 

Veel mensen willen meer blauw op straat (blauw = politie)

Toen hij het veld opkwam, juichte het stadion (stadion = publiek)
Mijn Nikes zijn helemaal nat geworden (Nikes = schoenen van het merk Nike)

Slide 8 - Slide

Geef in de volgende quizvragen aan met welke vorm van beeldspraak je te maken hebt. Kijk naar de woorden in hoofdletters. Geef bij een metafoor in een werkwoord METAFOOR als antwoord.

Slide 9 - Slide

Bij de ingang van de discotheek stond EEN KLEERKAST die iedereen fouilleerde.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 10 - Quiz

De rechtse partijen eisen meer ASFALT van het kabinet.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 11 - Quiz

Mijn oude fiets SMEEKT om een grondige opknapbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 12 - Quiz

Oranje heeft gunstig geloot voor het WK in 2020.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 13 - Quiz

Wat een WOLK VAN EEN BABY heeft dat jonge stel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 14 - Quiz

De centrumverdediger STROOIDE met goede passes.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 15 - Quiz

Na de dood van zijn vrouw raakte hij aan de fles.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 16 - Quiz

Opeengepakt ALS HARINGEN IN EEN TON werden we in de legertruck vervoerd.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 17 - Quiz

Goede boeken zijn BRANDSTOF voor het brein.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 18 - Quiz

De zakenman lag jarenlang overhoop met DE FISCUS.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 19 - Quiz

Hij vindt de Haagse politiek NET EEN POPPENKAST.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 20 - Quiz

Het riet FLUISTERDE dat koning Midas ezelsoren had.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 21 - Quiz

Het riet FLUISTERDE dat koning Midas ezelsoren had.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 22 - Quiz

Deze film is door de recensenten volledig AFGEBRAND.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metoniem

Slide 23 - Quiz

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd?

Slide 24 - Open question

Wat vind je nog onduidelijk?

Slide 25 - Open question