ONO - P1 + P2 herhaling

• Fitness
• MBO
• Studiejaar 1

Het skelet

Het skelet

Functies van het skelet:

• Stevigheid
• Beweging mogelijk maken
• Bescherming organen
• Vorm geven aan lichaam

Waar zijn botten van gemaakt?

Grootste deel van het bot
bestaat uit been.
Bevat veel kalk = hard

Kraakbeen = buigzaam
Lijmstof in kraakbeen,
waardoor het beweegelijk is.

Hoe laten spieren je botten bewegen?

• Pezen vast aan bot
• Antagonisten
• ong 600 spieren 
• De armstrekspier lang en dun
• Bewegen

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?

1. 500 botten
2. 206 botten
3. 350 botten
4. 150 botten

Al je botten in je lichaam vormen samen de...?

1. Schedel
2. Beenderstelsel of skelet
3. Wervels
4. Bekken

Welke functies heeft ons skelet?

1. Vormgeven, bescherming en stevigheid
2. Vormgeven, stevigheid en beweging
3. Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Kun jij al raden waar we het vandaag over gaan hebben?

Schedel

Opperarm

Borstbeen

Spaakbeen

Wervelkolom

Dijbeen

Scheenbeen

Schouderblad

sleutelbeen

Rib

ellepijp

bekken

knieschijf

Kuitbeen

Typen gewrichten

1. Kogelgewricht: De gewrichtskogel draait in
    de gewrichtskom van het andere bot.
   
   
2. Rolgewricht: het ene bot draait om het 
   andere bot.
   
   
3. Schaniergewricht: het ene bot beweegt 
   als een schanier tegenover het andere bot
   

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

OPDRACHT

1 Benoem 4 OEFENINGEN/TOESTELLEN in de fitness  waarbij 2  gewrichten tegelijk worden gebruikt.

 

2 Benoem 4 OEFENINGEN/TOESTELLEN waarbij je slecht 1 gewicht gebruikt.

OPDRACHT

Praktijk

Train nu elke oefening die je hebt opgeschreven.

Per oefening:

3 series

10 herhalingen

Intensiteit 60% (niet te zwaar dus)

type 1 en type 2 spiervezels

Slow twitch en fast twitch 

Spiervezeltype

Type 1: rode spiervezels; slow-twitch  

Goed doorbloed, duursporters

Type 2: witte spiervezels; fast-twitch

minder goed doorbloed, kracht en sprint

Een agonist is een buigende spier die beweging veroorzaakt

1. Waar
2. Niet waar

Bij het aanspannen van de biceps, wat is de agonist en wat is de antagonist?

1. Beide zijn agonist en antagonist ontbreekt
2. Beide zijn antagonist en agonist ontbreekt
3. Biceps = antagonist / triceps = agonist
4. Biceps = agonist / triceps = antagonist

Agonist

Antagonist

Welke sporters hebben type II spiervezels.

1. Zwemmer (lange afstand)
2. Zwemmer (korte afstand)
3. Sprinter
4. Hoogspringer

Welke sporters hebben type I spiervezels

1. Marathonschaatser
2. Voetballer
3. zwemmer (lange afstand)
4. Zwemmer (korte afstand)

Type 1: rode spiervezels; is voor sprinters?

1. Waar
2. Niet Waar

Longitudinale as

Sagittale as

Transversale as

Bewegingen elleboog en knie

flexie  (buigen) --> transversale as

extensie  (extensie) --> transversale as 

Flexie en extensie

Bewegingen schouder en heupgewicht 

Anteflexie

Retroflexie

Abductie

Adductie

Exorotatie

Endorotatie

Om welke as?

Transversale as

Transversale as

Sagitale as

Sagitale as

Longitudinale as

Longitudinale as

Abductie (van lichaam af)

Adductie (naar lichaam toe)

Bij fitness kennen we twee soorten apparaten namelijk:

1. Cardio apparaten

2. Kracht apparaten

2. Trainen met vaste (fitness)apparatuur

• Er wordt gebruik gemaakt van apparaten
• Beweging wordt begeleid en is gecontroleerder

Voordelen:

• Gelijk te gebruiken, ook door beginners
• Minder kans op blessures
• Trainen met meer gewicht

Nadelen:

• Hoofdzakelijk grotere spiergroepen
• Traint minder spiercoördinatie
• Minder variatie

Welk fitness apparaat is geen cardio trainer?

1. Crosstrainer
2. Loopband
3. Halterbank
4. Roeitrainer

Herhaling skeletspieren

Dynamische contractie

Concentrische = Tegen de zwaartekracht (Fz) in

Excentrische = Met de zwaartekracht mee (Fz). 

Wat is dan een statische/isometrische contractie

Spier levert wel kracht, maar wordt niet langer of korter

Dynamische kracht bestaat uit 2 onderdelen.

- Concentrische contractie - het overwinnen van een uitwendige weerstand - spier wordt korter

- Excentrische contractie - het tegenwerken of tegenhouden van een belasting - spier wordt langer

statische contractie

Bewegingsanalyse

* Voor de bewegingsanalyse hebben we het SNUITformulier gebruikt. Je moest 9 SNUIT formulieren invullen en inleveren dit blok. 

De afkorting SNUIT staat voor?

1. spiergroep-naam oefening-uitvoering-intensiteit-tempo/tips
2. spiergroep-naam oefening-uitvoering-instelling-tijd
3. spiergroep-naam oefening-uitvoering-instelling-tempo/tips
4. stimuleren-naam oefening-uitvoering-instelling-tempo/tips

Wat is GEEN doel van de warming up?

1. 10% sterker worden doordat je lichaam warm is
2. Hart sneller laten pompen waardoor bloed beter circuleert
3. In de sfeer van de les / training komen
4. Competitief bezig zijn

Wat is de goede volgorde bij een warming-up?

1. Stretchen, algemeen deel, krachtoefeningen
2. Krachtoefeningen, stretchen, algemeen.
3. Algemeen deel, stretchen, krachtoefeningen

TOETS - ONO Fitness

Vrijdag 18 februari 

lesuur 1 

theorie boek t/m blz. 23 

warming-up 

• Je stimuleert de bloedsomloop. Daardoor zijn je spieren goed doorbloeden minder kwetsbaar dan koude, stijve spieren. Zo voorkom je veel blessures.
  
• Stofwisselingsprocessen verlopen sneller. Hierdoor komen je spieren makkelijker aan de nodige zuurstof en energie. Je produceert hierdoor ook minder afvalstoffen en daardoor heb je minder spierpijn.
  

Warming-up

• De zenuwgeleiding neemt toe en dat is goed voor je reactievermogen.
  
• Je bent niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk voorbereid op het sporten. Wie slim is, werkt dus heel geconcentreerd aan zijn warming-up!