Samengestelde zinnen en voegwoorden 2C_4 nov

Samengestelde zinnen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Doelen
Je kunt samengestelde zinnen herkennen.
Je kunt de persoonsvormen van een samengestelde zin vinden.
Je kunt een voegwoord in een samengestelde zin herkennen.

Slide 2 - Slide

De man heeft een auto gekocht.

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
A
de man
B
heeft
C
een auto
D
gekocht

Slide 3 - Quiz

Weet je nog hoe je de persoonsvorm (pv) van een zin kunt vinden?

Slide 4 - Open question

Je kunt de pv vinden door
1. de zin vragend te maken.
De man heeft een auto gekocht.
Heeft de man een auto gekocht?

2. de zin in een andere tijd te zetten.
De man heeft een auto gekocht.
De man had een auto gekocht.

Slide 5 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Er komt een demonstratie bij de intocht van zwarte piet in Alkmaar.

Slide 6 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Afgelopen zondag wilden we graag een wandeling gaan maken.

Slide 7 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Waarom hebben we dat eigenlijk niet gedaan?

Slide 8 - Open question

Waar of niet waar

Het eerste woord van een vragende zin is altijd de pv.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

Elke goede zin heeft een persoonsvorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Samengestelde zinnen
Je kunt twee zinnen aan elkaar plakken.
Je hebt dan één zin die bestaat uit twee zinnen.
We noemen dat een samengestelde zin.

Slide 11 - Slide

Ik ben vandaag met de bus.
Het stormt vandaag hard.
Met welk woord kun je deze 2 zinnen aan elkaar plakken?
LET OP!
De volgorde van de woorden mag niet veranderen.

Slide 12 - Open question

Ik ben vandaag met de bus.
Het vandaag hard. stormt.
Met welk woord kun je deze 2 zinnen aan elkaar plakken?
LET OP!
De volgorde van de woorden mag niet veranderen.

Slide 13 - Open question

Voegwoorden
Het woord dat je gebruikt hebt om de zinnen aan elkaar te plakken noemen we voegwoorden.

Slide 14 - Slide

Ik kan een samengestelde zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik kan de persoonsvormen van een samengestelde zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik kan een voegwoord herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll