2VMBO Spelling Samengestelde zinnen 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Samengestelde zinnen

Doelen

Je kunt samengestelde zinnen herkennen.

Je kunt de persoonsvormen van een samengestelde zin vinden.

Je kunt een voegwoord in een samengestelde zin herkennen.

De man heeft een auto gekocht.

Wat is de persoonsvorm van deze zin?

1. de man
2. heeft
3. een auto
4. gekocht

Weet je nog hoe je de persoonsvorm (pv) van een zin kunt vinden?

Je kunt de pv vinden door

1. de zin vragend te maken.

De man heeft een auto gekocht.

Heeft de man een auto gekocht?

2. de zin in een andere tijd te zetten.

De man heeft een auto gekocht.

De man had een auto gekocht.

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Er komt een demonstratie bij de intocht van zwarte piet in Alkmaar.

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Afgelopen zondag wilden we graag een wandeling gaan maken.

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Waarom hebben we dat eigenlijk niet gedaan?

Waar of niet waar

Het eerste woord van een vragende zin is altijd de pv.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar

Elke goed zin heeft een persoonsvorm.

1. waar
2. niet waar

Samengestelde zinnen

Je kunt twee zinnen aan elkaar plakken.

Je hebt dan één zin die bestaat uit twee zinnen.

We noemen dat een samengestelde zin.

Ik ben vandaag met de bus.
Het stormt vandaag hard.

Met welk woord kun je de zinnen aan elkaar plakken. De volgorde van de woorden mag niet veranderen.

Voegwoorden

Het woord dat je gebruikt hebt om de zinnen aan elkaar te plakken noemen we voegwoorden.

01:39

Welke zin is de samengestelde zin?

1. zin 1
2. zin 2

01:49

Wat zijn de persoonsvormen?

Joris gaat naar de tandarts, omdat hij een pijnlijke kies heeft.

01:58

Wat is het voegwoord in deze zin?
Joris gaat naar de tandarts, omdat hij een pijnlijke kies heeft.

Werken in NN online

Ga via de ELO naar Nieuw Nederlands.

Ga bovenin naar Planning.

Maak de opdrachten in de planning "H1 Samengestelde zinnen"

Maak de opdrachten

De opdrachten heb je binnen de tijd af. 

Ben je eerder klaar?

Maak dan de extra opdracht in de rechterkolom bij de lesstof.

Ik kan een samengestelde zin herkennen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de persoonsvormen van een samengestelde zin vinden.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan een voegwoord herkennen.

😒🙁😐🙂😃