16-9 Lezen Hoofdgedachte & hoofdzaken les 2

Lezen
Signaalwoorden
& tekstverbanden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lezen
Signaalwoorden
& tekstverbanden

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

Slide 1 - Slide

Programma
  • Stil lezen 

  • Uitleg hoofdgedachte/hoofdzaken

  • Z.s.

  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Je kunt uitleggen wat signaalwoorden & tekstverbanden zijn.

Je kunt een aantal tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden opnoemen.

Slide 3 - Slide

Signaalwoord
=
Zinnen verbinden

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Ik ga naar school.
Ik heb geen zin.

Ik ga naar school, maar ik heb geen zin.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Ik ga naar school.
Ik heb geen zin.

Ik ga naar school, maar ik heb geen zin.

Maar is de verbinding, tussen twee zinnen.

Slide 6 - Slide

SIGNAALwoorden
- Let op!
- Seintje
- Teken
- Alarm

Signaalwoorden vertellen je: let op!

Slide 7 - Slide

SIGNAALwoorden
De appel is rot, dat wil zeggen, hij is bruin met zachte plekken.

Slide 8 - Slide

SIGNAALwoorden
De appel is rot, dat wil zeggen, hij is bruin met zachte plekken.

Dat wil zeggen = er volgt nu een uitleg

Slide 9 - Slide

Waarom?
  • Om een tekst gemakkelijker te begrijpen.

Slide 10 - Slide

Opsomming
Als je een opsomming leest, dan weet je dat er meerdere redenen zijn.

Ten eerste, de brug was dicht. Ten tweede mijn band was lek. En ten derde de les begon te vroeg.

Slide 11 - Slide

Tegenstelling
  • Bij een tegenstelling weet je dat er iets tegenovergesteld gaat worden verteld. 

De lucht was blauw, maar verderop was hij grijs.

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden
  • Het goede nieuws is, dat je verbanden en signaalwoorden kan onthouden.


  • Als je deze woorden eenmaal hebt geleerd, dan vergeet je ze niet snel.

  • Hoe leer je deze? Door ze te 'stampen' en door er mee aan de slag te gaan.

Slide 13 - Slide

De expert
Jullie gaan in drietallen aan het werk.

Jullie zijn de signaalwoorden/tekstverbanden experts.

Daarom maken jullie één powerpoint met acht dia's. In dia 1 t/m 4 leg je uit wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn in je eigen woorden.

In 5 t/m 8 geef je voorbeelden van tekstverbanden met zinnen?

Daar heb je deze les de tijd voor, en de volgende.

Slide 14 - Slide

Terugblik:

Slide 15 - Slide

Je kan nu:
  • Je kunt uitleggen wat signaalwoorden & tekstverbanden zijn.
  • Je kunt een aantal tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden opnoemen.

Op schaal van één tot vijf, hoe goed denk jij het leerdoel te hebben behaald. Eén betekent helemaal niet. Bij vijf beheers je de leerstof perfect!

Slide 16 - Slide

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 17 - Slide

De volgende les:
Werk je in de les of lwp. 

Slide 18 - Slide