What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ma famille + avoir + être
Chez moi!
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Chez moi!
Slide 1 - Slide
Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
de/het
le / l'
la / l'
les
een
un
une
des
Slide 2 - Slide
Kies het juiste lidwoord:
(een) ... oncle (oom)
A
le
B
la
C
l'
D
un
Slide 3 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
(het) ... fille (meisje)
A
le
B
la
C
un
D
une
Slide 4 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
(de) ... filles (meisjes)
A
le
B
la
C
les
D
des
Slide 5 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
... filles (meisjes)
A
le
B
la
C
les
D
des
Slide 6 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
(een) ... garçon (jongen)
A
le
B
la
C
un
D
une
Slide 7 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
de katten
A
le chats
B
les chats
C
l' chats
D
les chat
Slide 8 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
vor
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+ e
meervoud
+ s
+ es
VOORBEELD
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
Arthur est
petit
Sophie est
petit
e
meervoud
Arthur et Jan sont
petit
s
Sophie et Nina sont
petit
es
Slide 9 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN bijvoeglijk naamwoord ?
A
beau
B
petit
C
qui
D
grand
Slide 11 - Quiz
Welke vorm kan een bijvoeglijk naamwoord hebben?
A
mannelijk
B
mannelijk of vrouwelijk
C
mannelijk of vrouwelijk en enkelvoud
D
mannelijk of vrouwelijk, enkelvoud of meervoud
Slide 12 - Quiz
Sarah est (klein)
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 13 - Quiz
J'ai deux chats (noir)
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires
Slide 14 - Quiz
Sophie est (français) ........
A
français
B
françaises
C
françaiss
D
française
Slide 15 - Quiz
Vertaal en pas aan:
deux (groot) frères
A
grande
B
grands
C
grandes
D
grand
Slide 16 - Quiz
Les soeurs sont (blond) ... .
A
blond
B
blonds
C
blonde
D
blondes
Slide 17 - Quiz
Révision
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 18 - Drag question
AVOIR ( = hebben)
AVOIR
Slide 19 - Slide
Kies de juiste vorm van avoir:
Marie ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 20 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 21 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 22 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 23 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
être
Slide 26 - Slide
être = zijn
ik ben
je suis
jij bent
tu es
hij / zij / men is
il / elle / on est
wij zijn
nous sommes
u bent / jullie zijn
vous êtes
zij zijn
ils / elles sont
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
More lessons like this
Ma famille + avoir + être
September 2023
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
grammatica chap 5 1MH
June 2024
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
mp2ha
November 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
klas 1 - préparation TW4
June 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Formatieve toets Chapitre 5 Frans H1 1920
March 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
September 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
source D
July 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2 havo, ch 2 herhaling bijv nw + ww avoir/être/faire/aller
29 days ago
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2