What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling zinsontleding
Nederlands havo-vwo 1
lesdoel: herhalen zinsdelen
Lesdoel: herhalen zinsdelen
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands havo-vwo 1
lesdoel: herhalen zinsdelen
Lesdoel: herhalen zinsdelen
Slide 1 - Slide
Programma
10 minuten lezen
Woorden van de week
Herhalen zinsontleding
Quizzz
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Woorden van de week
De verwantschap:
dat mensen verwant (familie) zijn
Alsof je het over de duivel hebt (speak of the devil):
zit je net lekker te roddelen, komt die persoon eraan.
Slide 3 - Slide
Zinsontleding: herhaling
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Welke vraag stel je om een lv te vinden?
A
wie of wat + wwg
B
voor wie of aan wie + wwg + ond
C
wie of wat + wwg + ond
Slide 7 - Quiz
Welke uitspraak klopt?
De man hangt zijn jas aan de kapstok.
A
zijn jas = lv en aan de kapstok = mv
B
Er staat geen lv en geen mv in deze zin.
C
zijn jas = lv
D
aan de kapstok = mv
Slide 8 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
Het meisje stuurde haar oma gisteren een berichtje.
A
4
B
5
C
6
Slide 9 - Quiz
Het meisje stuurde haar oma gisteren een berichtje.
Benoem de zinsdelen 'haar oma' en 'een berichtje'
A
haar oma = lv een berichtje = ond
B
haar oma = mv een berichtje = ond
C
haar oma = mv een berichtje = lv
D
haar oma = ond het meisje = mv
Slide 10 - Quiz
Welke boeken heb jij al gelezen?
Wat is waar?
A
welke boeken = ond
B
welke boeken = bwb
C
welke boeken = lv
Slide 11 - Quiz
De leerlingen hebben gisteren samen op school hun huiswerk gemaakt.
Wat zijn de bijw. bepalingen in deze zin?
Slide 12 - Open question
De leerlingen hebben gisteren samen op school hun huiswerk gemaakt.
Wat is waar?
A
hun huiswerk = ond
B
hun huiswerk = lv
C
hun huiswerk = bwb
Slide 13 - Quiz
Welke leerlingen heb jij die vraag gesteld?
Wat is waar?
A
welke leerlingen = ond
B
welke leerlingen = lv
C
welke leerlingen = mv
D
welke leerlingen = bwb
Slide 14 - Quiz
Staat er in de volgende zin een lijdend voorwerp en zo ja welke?
De man loopt met zijn hond door het park.
Slide 15 - Open question
Vragen?
Slide 16 - Slide
Afsluiting
- Hoe ga je leren voor het proefwerk?
- Wat vind je nog lastig?
- Vanaf volgende week: leesvaardigheid
- Veel succes met leren
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Herhaling zinsontleding
February 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Korte herhaling zinsontleding
March 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Korte herhaling zinsontleding
March 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Opfrissen grammatica
March 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Opfrissen grammatica
June 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Opfrissen grammatica
March 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica, bijvoeglijke bepaling en bijstelling
January 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 39 Grammatica
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3