What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4 - T1: BS5 Transport door membranen
Een steen is.........
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
levendig
1 / 38
next
Slide 1:
Quiz
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een steen is.........
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
levendig
Slide 1 - Quiz
Wat stelt het
plaatje voor?
A
Levensloop
B
Levenscyclus
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
biosfeer - organisme - populatie - ecosysteem
B
ecosysteem - biosfeer - organisme - populatie
C
populatie - organisme - biosfeer - ecosysteem
D
organisme - populatie - ecosysteem - biosfeer
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
A
Verschijnende eigenschappen
B
Organische eigenschappen
C
Emergente eigenschappen
D
Convergente eigenschappen
Slide 4 - Quiz
Tot welk orgaanstelsel hoort de alvleesklier?
A
Verteringsstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel
Slide 5 - Quiz
Weefsels bestaan uit cellen met dezelfde.....
A
Ligging & Functie
B
Ligging & Vorm
C
Functie & Productie
D
Vorm & Functie
Slide 6 - Quiz
Welke onderdelen komen niet in een dierlijke cel voor?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Vacuole
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Ribosomen
Slide 7 - Quiz
Zet in de juiste volgorde van klein (1) naar groot (5)
DNA
2
3
4
5
1
celkern
chromosoom
niercel
nier
Slide 8 - Drag question
De waterval is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 9 - Quiz
De boom is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 10 - Quiz
Wat is nummer 6?
A
celkern
B
celmembraan
C
celwand
D
vacuole
Slide 11 - Quiz
Op welk organisatieniveau onderzoek je in de biologie als je op het niveau van de foto aan het onderzoeken bent?
A
molecuul
B
organel
C
weefsel
D
cel
Slide 12 - Quiz
Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 13 - Quiz
Welk onderdeel is het kleinst?
A
Cel
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
DNA
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle konijnen op Schiermonnikoog
B
De beplanting in een naaldbos
C
Alle organismen in een vijver
D
Een leeuwin met haar twee welpen op de savanne
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Stoffentransport
Passief transport kost geen energie, actief transport kost energie (ATP).
Slide 20 - Slide
Diffusie
Kleine en vetoplosbare stoffen kunnen zonder hulp het membraan passeren.
Altijd van een hoge naar een lage concentratie.
Bijv. O
2
/ CO
2
(longen, lichaamscellen) en testosteron (lichaamscellen).
Slide 21 - Slide
Geladen deeltjes, grote wateroplosbare moleculen, polaire moleculen hebben een transporteiwit nodig.
Altijd van een hoge naar een lage concentratie.
Controle door openen/ sluiten eiwitpoorten (bijvoorbeeld glucosetransport na binding insuline).
Gefaciliteerd
passief
transport
Slide 22 - Slide
Transport tegen de concentratiegradient in (van laag -> hoog) kost altijd energie: via een speciaal transporteiwit.
Bijv. Na
+
/ K
+
(zenuwcellen).
Controle door openen/ sluiten eiwitpoorten.
Actief transport
Slide 23 - Slide
Bloed
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
BINAS 88E
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Slide 29 - Slide
Osmose bij dierlijke cellen
Dierlijke cellen hebben
geen
celwand, dus osmose kan een desastreus effect hebben op dierlijke cellen.
Hypotoon
: Osmotische waarde omgeving is lager dan cytoplasma
Isotoon
: Osmotische waarde omgeving is gelijk aan cytoplasma
Hypertoon
: Osmotische waarde omgeving is hoger dan cytoplasma
Slide 30 - Slide
Wat geeft een plant stevigheid?
A
Liquor
B
Mordor
C
Turgor
D
Bangor
Slide 31 - Quiz
Milieu waarin de cel zich bevind
A.
Toestand waar de cel zich in bevindt
B.
Er gaat water de cel in/ uit?
Hypertoon
Isotoon
Hypotoon
Plantaardige cellen:
Sleep de onderdelen naar de juiste plek
A.
B.
Je kunt het verschil tussen osmose bij dierlijke en plantaardige cellen uitleggen
Plasmolyse
Grensplasmolyse
Turgor
In
Uit
Blijft gelijk
Slide 32 - Drag question
Een plantencel in 3 verschillende stadia:
Zet de tekst bij het juiste plaatje
Turgor
grensplasmolyse
plasmolyse
Slide 33 - Drag question
A
Exocytose
B
Pericytose
C
Fagocytose
D
Endocytose
Slide 34 - Quiz
Welke stoffen kunnen door diffusie het celmembraan passeren?
Welke stoffen kunnen niet door diffusie het celmembraan passeren?
glucose
koolstofdioxide
natrium-ionen
vetachtige moleculen
water
zetmeel
zuurstof
Slide 35 - Drag question
Een plantencel wordt in een
oplossing gelegd. Is deze
oplossing isotoon, hypertoon of
hypotoon ten opzichte
van de plantencel?
A
Hypertoon
B
Isotoon
C
Hypotoon
Slide 36 - Quiz
OB - begripskennis/stampwerk
Waaraan is de osmotische waarde van een celwand van een plantencel gelijk?
A
het externe milieu
B
het cytoplasma
C
de vacuole
Slide 37 - Quiz
Huiswerk
maak opdracht 47 t/m 57
timer
5:00
Slide 38 - Slide
More lessons like this
4V 2.3 Celmembranen en transport
June 2022
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3.3 diffusie en osmose klassikaal/ll
October 2023
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4 - T1: BS 1 t/m BS5 Herhalen
September 2023
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4V 2.2 dl2 + 2.3 Celmembranen en transport dl1
May 2023
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.3 dl2 Osmose + 3.1 Onderzoek
May 2023
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
transport en osmose
September 2022
- Lesson with
14 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5H Herhalen Osmose/Diffusie
June 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
1.5 Transport door membranen
October 2024
- Lesson with
19 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4