Je kent het onderscheid tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof
Je kent de 7 groepen voedingsstoffen
Je kunt het begrip verteren definiëren
Je kunt uitleggen welke voedingsstoffen verteerd moeten worden
Je kunt uitleggen waar de voedingsstoffen voor worden gebruikt
Je kunt de werking van een enzym uitleggen.
Je kunt de voorwaarden van een goede werking van een enzym vertellen.