This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Start met voorkennis toets
Nakijken voorkennis toets
Uitleg 4.1 Gisting, Enzymen, optimumkromme
Opdracht les
Start huiswerk
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je....
1. Beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie.
2. De werking van enzymen beschrijven.
3. De enzymactiviteit in een optimumkromme beschrijven.
Slide 2 - Slide
Maak de voorkennistoets.
Klaar? Nakijken met nakijkmodel.
Punten invullen op schema docent.
timer
1:00
Slide 3 - Slide
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 4 - Quiz
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 5 - Quiz
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 6 - Quiz
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 7 - Quiz
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën. Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk Een voorbeeld hiervan is melksuiker. Melkzuur komt vrij als afvalstof
Bacteriën
Slide 8 - Slide
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
Gisten zijn eencellige schimmels
Gistcellen gebruiken koolhydraten als voedsel.
In gistcellen vindt gisting plaats.
Schimmels
Slide 9 - Slide
Stoffen die zorgen dat reacties snel plaatsvinden
Speciale eiwitten
Werken specifiek
Enzymen
Slide 10 - Slide
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
In de afbeelding zie je dat een ander enzym, twee stoffen samenvoegt tot één andere stof.
Het enzym wordt niet verbruikt.
Enzymen
Slide 11 - Slide
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
Enzymen werken in vloeistoffen. De werking is afhankelijk van twee factoren:
- temperatuur
- zuurgraad
Enzymactiviteit = De snelheid waarmee reactie wordt versneld.
1. minimum
2. optimum
3. maximum
Optimumkromme
Beneden de minimumtemperatuur is er geen enzymactiviteit. Het enzym is aanwezig, maar is door de te lage temperatuur tijdelijk niet werkzaam. Er kan geen reactie plaatsvinden die door dit enzym wordt versneld.
Zodra de temperatuur boven het minimum stijgt, dan zal zal het enzym werkzaam worden. Bij de optimumtemperatuur worden de reacties zo optimaal mogelijk versneld.
Boven de optimumtemperatuur neemt de activiteit af. Bij het maximum verandert de vorm van het enzym waardoor deze het enzym voorgoed onwerkzaam is.
Zuurgraad of pH
pH < 7 = zuur
pH 7 = neutraal
pH > 7 = basisch
Enzymen in bacteriën en schimmels
Slide 12 - Slide
Samenvattend enzym
- Versnellen reacties.
- Eiwitten.
- Knippen of plakken reacties.
Specifiek (sleutel/slot)
- Worden niet verbruikt.
- Afhankelijk van temperatuur en PH
-weergegeven in optimumkromme.
- Laag is tijdelijk pauze, hoog is buitenwerking (kapot)
Slide 13 - Slide
Kun je dit al?
Maken opdracht 6
(samen nakijken)
Klaar? Beginnen met huiswerk.
Opdracht 1,5 en 8
Slide 14 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je....
1. Beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie.
2. De werking van enzymen beschrijven.
3. De enzymactiviteit in een optimumkromme beschrijven.