Spelling meervouden

§ Spelling meervouden 

Op je tafel:
- Leesboek
- Nederlands boek blz. 234-235
- Schrift en pen
- Ipad(dicht!)
timer
2:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ Spelling meervouden 

Op je tafel:
- Leesboek
- Nederlands boek blz. 234-235
- Schrift en pen
- Ipad(dicht!)
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
- Stillezen 10 minuten 
-Nakijken
- Theorie
- Quiz
- Zelfstandig werken
- Afsluiting/huiswerk

Slide 2 - Slide


Stillezen 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Nakijken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lesdoel
Ik kan meervouden spellen

Slide 8 - Slide

Uitleg
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.
Zet -s achter het woord
Bijvoorbeeld: tafel – tafels; speldje – speldjes; vakantie – vakanties.
Meestal moet de -s aan het woord vast. Gebruik ’s als je het woord verkeerd uitspreekt:
echo – echo’s; kiwi – kiwi’s; oma – oma’s.
Woorden die eindigen op een -y krijgen ’s: ijslolly – ijslolly’s.
Let op: Als er voor de slot-y nog een andere klinker staat, wordt de -s wél aan het woord vast geschreven: display – displays; cowboy – cowboys.
Zet -en achter het woord
Bijvoorbeeld: lamp – lampen; tand – tanden; boek – boeken.
Soms moet je ook iets anders veranderen. Bijvoorbeeld:
boot – boten; mug – muggen; duif – duiven; kaas – kazen.



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
timer
0:30
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 11 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 13 - Quiz

Meervoud
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's

Slide 14 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van rotzooi?
A
rotzoois
B
rotzooien
C
rotzooiën
D
rotzooi

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van melodie?
A
Melodieën
B
Melodiën
C
Melodies
D
Melodieen

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
Maken
Opdracht 1 t/m 6
Klaar? boek lezen

Slide 17 - Slide