Les 3 [P2W3] aanspreekpunt

LES 3A
Week: 3 van 9 in periode 2

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W1 Aanspreekpunt

Docent: dhr. R. Dewkali
1 / 55
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LES 3A
Week: 3 van 9 in periode 2

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W1 Aanspreekpunt

Docent: dhr. R. Dewkali

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de les, check alvast in
lessonup.app  

OneDrive - ROC Mondriaan

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je er bij vandaag?

Slide 3 - Poll

aan de hand van deze vraag bepaal ik meestal of er een energizer nodig is of niet!
AFSPRAKEN
1. Je bent op tijd in de les. 
2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in, in teams.
4. Jas uit, pet/muts etc. af.
5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

PLANNING
  • Lesdoelen
  • Wat is communicatie?
  • Offline en online communicatie
  • Opdracht [individueel]
  • Interne en externe communicatie
  • Opdracht [klassikaal en/of individueel]


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN
Aan het einde van deze les meet je meer over...
  1. het communicatiemodel;
  2. wat de communicatiedoelen zijn;
  3. het verschil tussen offline en online communicatie;
  4. het verschil tussen interne en externe communicatie.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Communicatie
De overdracht van informatie van een zender naar een ontvanger met behulp van een medium

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Communicatiedoelen
  • Informeren
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Amuseren

Stel je voor dat een klant informatie heeft gevraagd over een groepsreis naar Frankrijk. Als reisorganisatie wil je de klant dan goed informeren over de mogelijkheden, maar je wilt de klant er natuurlijk ook van overtuigen dat een reis boeken bij jullie organisatie een goed idee is! Als hij dan ook daadwerkelijk een reis bij jullie boekt, heb je hem ook geactiveerd.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Communicatiemiddelen
Je kunt verschillende middelen gebruiken om te communiceren, zoals een telefoon, brief of computer

Het is belangrijk dat je het beste communicatiemiddel kiest om je boodschap goed over te brengen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

offline communicatiemiddel
online communicatiemiddel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht A  Hoe leg jij het liefst contact?
Op welke manier heb jij het liefst contact met bedrijven?

  1. Open het Antwoordblad Communicatiemiddelen.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: contact

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Link

This item has no instructions

Opdracht A  Hoe leg jij het liefst contact?
Op welke manier heb jij het liefst contact met bedrijven?

  1. Open het Antwoordblad Communicatiemiddelen.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: contact

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

SPINNER
Hoe leg jij het liefst contact?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Interne en Externe communicatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Interne communicatie
  • Vergaderingen
  • Interne memo’s
  • Infomail van het management
  • Nieuwsbrief voor het personeel
  • Werkoverleg
  • Prikbord in de kantine

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Externe communicatie
  • Verkoopgesprek
  • Advertenties
  • Folder
  • Facebook (bedrijfsaccount)
  • Offerte
  • X (bedrijfsaccount)

Slide 20 - Slide

Bij externe communicatie gaat het om alle communicatie tussen het bedrijf en de buitenwereld.
De communicatie met gasten/klanten die zich in het bedrijf bevinden, valt onder
externe communicatie. Een goede externe communicatie helpt bij het bereiken van de
bedrijfsdoelstellingen. Een reclamecampagne bijvoorbeeld, kan leiden tot een grotere
naamsbekendheid en een omzetgroei.
Opdracht B  Welk communicatiemiddel?
Je gaat aan de slag met het kiezen van een geschikt communicatiemiddel voor verschillende situaties.
  1. Maak de quiz Welk communicatiemiddel?
  2. Maak een print screen van het resultaat.
  3. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  4. Geef het bestand de volgende naam: communicatiemiddelen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Opdracht B  Welk communicatiemiddel?
Je gaat aan de slag met het kiezen van een geschikt communicatiemiddel voor verschillende situaties.
  1. Maak de quiz Welk communicatiemiddel?
  2. Maak een print screen van het resultaat.
  3. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  4. Geef het bestand de volgende naam: communicatiemiddelen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

LES 3B
Week: 3 van 9 in periode 2

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W1 Aanspreekpunt

Docent: dhr. R. Dewkali

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de les, check alvast in
lessonup.app  

OneDrive - ROC Mondriaan

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

PLANNING
  • Lesdoelen
  • Storingen in de communicatie
  • Opdracht [individueel]
  • LSD techniek
  • Opdracht [klassikaal en/of individueel]


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN
Aan het einde van deze les meet je meer over...
  1. interne en externe ruis;
  2. de toepassing van LSD techniek.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal.
B
Spreken en schrijven.
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander.
D
Het begrijpen van een boodschap.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Verbale communicatie is veel belangrijker dan non-verbale communicatie
A
nee
B
ja

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Een flyer en magazine zijn voorbeelden van:
A
online communicatiemiddelen
B
offline communicatiemiddelen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Communicatie bestaat voor het grootste deel uit non-verbale communicatie.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Als je voor de televisie zit, is dit?
A
eenzijdige communicatie
B
tweezijdige communicatie

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Non-verbale communicatie is communicatie met woorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Communicatiemiddel waarbij internet geen rol speelt.
A
online communicatiemiddel
B
offline communicatiemiddel

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Wat voor communicatie is dit?
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
goede communicatie
D
ondersteunende communicatie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Iemand een WhatsApp bericht sturen is een vorm van?
A
online communicatie
B
offline communicatie

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Non-verbale communicatie is krachtiger dan verbale communicatie
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Storingen in de communicatie

Slide 39 - Slide

Mag ik het blijven zeggen?
Heeft hij gezegd dat u het niet mocht doorvertellen?
Waarom doet u niet mee?
U bent toch niet aan het opnemen hè?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Opdracht  Het ruist? 
Opdracht A
  1. Maak een print screen van het resultaat.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het eerste bestand de volgende naam: het ruist A1
  4. Geef het tweede bestand de volgende naam: het ruist A2

Opdracht B
  1. Maak een print screen van het resultaat.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: het ruist B

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Opdracht  Het ruist? 
Opdracht A
  1. Maak een print screen van het resultaat.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het eerste bestand de volgende naam: het ruist A1
  4. Geef het tweede bestand de volgende naam: het ruist A2

Opdracht B
  1. Maak een print screen van het resultaat.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: het ruist B

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

De toon maakt de muziek
‘Het is de toon die de muziek maakt’ is een spreekwoord. Het betekent dat je met woorden en zinnen de sfeer kunt bepalen. De sfeer van een gesprek kun je ook beïnvloeden door echt interesse te tonen.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

De LSD techniek
In communicatie draait het dus om het overbrengen van een boodschap. Een veelgebruikte gesprekstechniek is LSD.
LSD staat voor Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
Je gaat hiermee oefenen. Hoe doe je dat?
  • Luister open naar de ander.
  • Vat het verhaal kort samen en check of jouw samenvatting klopt.
  • Vraag door als iets onduidelijk is of meer aandacht nodig heeft.  




Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Opdracht C  Oefen mee met LSD: uitvoering gesprek
  • Student A vertelt over een dilemma of conflict in zijn of haar leven.
Dit kan van alles zijn, van de keuze voor een studie tot het confronteren van pesters.
  • Student B laat student A helemaal uitpraten, zonder onderbrekingen.
Let hierbij op je luisterhouding.
  • Student B vat het verhaal van student A kort samen.
Let hierbij op de Tips Samenvatting.
  • Student A corrigeert eventueel student B als de samenvatting niet helemaal klopt.
  • Student B vraagt door om meer informatie te krijgen over de specifieke gebeurtenis.
  • Wissel van rol en voer de opdracht opnieuw uit.
  • Schrijf kort (in maximaal 100 woorden) op wat je hebt geleerd over de gesprekstechniek LSD door jouw ervaringen in het gesprek.






Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

Opdracht C  Gesprekstechnieken
Naast LSD zijn er nog meer gesprekstechnieken. Je maakt nu kort kennis met een paar daarvan. Ga op internet op zoek naar de volgende technieken en beschrijf in het kort wat ze betekenen.
  1. Vul de antwoorden in op het Werkblad gesprekstechnieken.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: gesprekstechnieken





Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Link

This item has no instructions

Opdracht C  Gesprekstechnieken
Naast LSD zijn er nog meer gesprekstechnieken. Je maakt nu kort kennis met een paar daarvan. Ga op internet op zoek naar de volgende technieken en beschrijf in het kort wat ze betekenen.
  1. Vul de antwoorden in op het Werkblad gesprekstechnieken.
  2. Sla het bestand op als in je OneDrive in het juiste mapje.
  3. Geef het bestand de volgende naam: gesprekstechnieken





Slide 52 - Slide

NIVEA – Niet Invullen Voor Een Ander
Soms denk je al te weten wat de ander wil zeggen. Dit veroorzaakt veel miscommunicatie en daarmee onvrede tussen mensen. Voorkom dit door na te vragen wat de ander bedoelt.
OMA – Oordelen, Meningen, Adviezen
Als iemand jou iets vertelt, laat dan je eigen gedachten daarover even voor wat ze zijn. Zo kun je met een open houding luisteren naar wat de ander zegt.
ANNA – Altijd Navragen, Nooit Aannemen
Vraag altijd goed na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt.
OEN – Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
Als je met een open houding naar de ander luistert, kan er een eerlijk gesprek ontstaan. Oprechte nieuwsgierigheid brengt mensen dichter bij elkaar.
DIK – Denk In Kwaliteiten
Besteed aandacht aan wat goed is gegaan en probeer ‘om te denken’.
Wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam
iets anders

Slide 53 - Poll

This item has no instructions

Wat kan ik (als docent) de volgende les beter en/of anders doen?

Slide 54 - Open question

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

This item has no instructions