Taalverzorging les 2: Persoonsvorm en zinsdelen H1

Taalverzorging H1: Persoonsvorm en zinsdelen
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, chromebook, boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taalverzorging H1: Persoonsvorm en zinsdelen
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, chromebook, boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam

Slide 1 - Slide

Noteer de persoonsvorm van de zin: Wanneer zijn de halfuurslessen?

Slide 2 - Open question

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm vinden en de zin in zinsdelen verdelen met zinsdeelstreepjes.
Hoe bereik je dit doel?
  • Check: Inleveren fictieopdracht
  • Herhaling: werkwoorden
  • Brainstorm: Wat weet je nog van de persoonsvorm en zinsdelen?
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Huiswerk: In je schrift: Opdracht 1, 2 en 4 blz. 30/31 

Slide 3 - Slide

Inleveren fictieopdracht
Ga naar SOM
Zoek de inleveropdracht
Klik op bestand, bestand kiezen.
Heb je het bestand in de OneDrive of op de computer?
Zoek je bestand, klik op openen.
Klik op uploaden.
Klik op klaar.

Slide 4 - Slide

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Mijn opa uit het Spaanse Mallorca zou graag een splinternieuwe Porsche willen kopen.

Slide 5 - Open question

Mavo+: Noteer uit de zin het soort werkwoord: Mijn opa uit het Spaanse Mallorca zou graag een splinternieuwe Porsche willen kopen.

Slide 6 - Open question

Wat is het hele werkwoord van het werkwoord BOOD

Slide 7 - Open question

Wat weet jij nog van de persoonsvorm en de zinsdelen?

Slide 8 - Mind map

Uitleg: De persoonsvorm
Persoonsvorm: De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Hoe vind je de persoonsvorm?
  • De zin vragend te maken.
Het eerste werkwoord is de persoonsvorm.
Hoe laat is deze les afgelopen?

  • De zin in een andere tijd te zetten.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Wij waren aan de beurt --> Wij zijn aan de beurt.
 


Slide 9 - Slide

Benoem de persoonsvorm uit deze zin: Ik wil een auto kopen.

Slide 10 - Open question

Uitleg: Zinsdelen
Zinsdelen: De bouwstenen om een zin te maken. Elk zinsdeel heeft een functie.
  • Eerst zoek je de persoonsvorm.
  • Alles voor de persoonsvorm hoort bij elkaar en is één zinsdeel
  • Kijken welk woord/welke woorden er voor de persoonsvorm kunnen.
  • Zin husselen en kijken of het klopt.
  • Let op: Heb je meerdere werkwoorden naast elkaar? Dat is één zinsdeel. Dat hoort bij elkaar.
Elk zinsdeel geeft informatie

Slide 11 - Slide

Verdeel deze zin in zinsdelen met zinsdeelstreepjes: Mijn opa uit het Spaanse Mallorca zou graag een splinternieuwe Porsche willen kopen.

Slide 12 - Open question

Huiswerk
Wat ga je doen? Maken: blz 30+31 opdr 1, 2 en 4
Leren: theorie blz. 28 en 30: werkwoorden, persoonsvorm, zinsdeelstreepjes.
Hoe werk je: Je werkt in stilte aan deze opdrachten.
Hulp: Steek je vinger op voor vragen.
Tijd: Tot het einde van de les kun je hiermee aan de slag.
Klaar: Leesboek 3 halen. (Je mag ook Kampioen 2.0 lenen)

Slide 13 - Slide