Gebruik het verwijswoord dat als je verwijst naar een het-woord.
Gebruik het verwijswoord wat alleen als je verwijst naar
- een onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets)
Iets wat je zelf niet kunt, moet je door een ander laten doen.
- een overtreffende trap (het mooiste, het beste, het kleinste)
Het mooiste wat ik ooit heb gezien, is de scheve toren van Pisa.
- een hele zin
Het sneeuwt in het westen, wat voor veel vertragingen zorgt bij de NS.