Ik-perspectief (ik-vorm): Wanneer een persoon in deze vorm is geschreven, weet je alleen van de ik-persoon wat hij ziet, denkt en voelt. Deze ik-figuur vertelt het verhaal aan je. Zelf is hij dan het hoofdpersonage.
Personaal of alwetend perspectief (hij/zij-vorm): De verteller is onzichtbaar. Het verhaal vertelt eigenlijk zichzelf, maar je kent maar van één persoon (hij of zij)| de gevoelens en gedachten. Hierbij is dus ook het perspectief niet per se betrouwbaar. Bijvoorbeeld: God beware ons, dacht Frits, wat een combinatie. “Een leuk en eenvoudige dracht”, zei hij, “die bij je past. Stemmig en niet te opzichtig”.
Meervoudig perspectief: Een schrijver kan ook wisselen van perspectief. Eerst beleef je het verhaal door de ogen van deze, dan weer door de ogen van die.