Les 14 oefening 4.3 p49

Korte herhaling wg (werkwoordelijk gezegde)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Korte herhaling wg (werkwoordelijk gezegde)

Slide 1 - Slide

wg bestaat uit....
  1. alleen uit werkwoordsvormen
  2. als het ww gesplitst is, horen beide delen bij het gezegde
  3. ww met een verplicht wederkerend voornaamwoord
  4. werkwoordelijke uitdrukking 

Slide 2 - Slide

wg bestaat uit....
  1. alleen uit werkwoordsvormen
  2. als het ww gesplitst is, horen beide delen bij het gezegde
  3. ww met een verplicht wederkerend voornaamwoord
  4. werkwoordelijke uitdrukking 

Slide 3 - Slide

Oefening 4.3 p39
Onderwerp en persoonsvorm

Zet alleen een streep eronder en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 4 - Slide

Durf jij daar te blijven staan?
wg=?

Slide 5 - Open question

Die studenten zijn aan het leren voor de toetsweek.
wg=?

Slide 6 - Open question

Hoe vind je het onderwerp?
Wie of wat + gezegde= ond
 De politie moet meer op straat surveilleren.
gez.= moet surveilleren
Wie of wat moet surveilleren?
ond= de politie

Slide 7 - Slide

Zij loopt naar de keuken.
gez.=
ond.=

Slide 8 - Open question

Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.
gez.= ond.=

Slide 9 - Open question

De orkaan heeft een groot deel van de stad verwoest.
gez.= ond.=

Slide 10 - Open question

Wij zijn tijdens onze vakantie daar ook geweest.
gez.= ond.=

Slide 11 - Open question

Door mijn schuld is het bad overgelopen.
gez.= ond.=

Slide 12 - Open question

Men hoopt daar nog veel te bereiken.
gez.= ond.=

Slide 13 - Open question

De klimop doet het erg goed.
gez.= ond.=

Slide 14 - Open question

De onkosten zullen ook dit jaar weer stijgen.
gez.= ond.=

Slide 15 - Open question

Wie zit daar te lachen?
gez.= ond.=

Slide 16 - Open question

Volgende les 4.4 Het lijdend voorwerp

Slide 17 - Slide