Maak het hele werkblad en lever het in.Stap 1: pv onderstrepen (tijdproef of vraagproef) + zinsdeelstrepen.
Stap 2: ow (wie of wat + pv?)
Stap 3: wg (pv + alle andere werkwoorden)
Stap 4: lv (wie of wat + wg + ow?)
Stap 5: mv (aan wie of voor wie + wg + ow + lv?)
Stap 6: bwb (de 'restjes': waar, wanneer, waarom, hoe, enz)
Klaar? Open het online boek en maak Cursus 5 §10 ZD Mixopdrachten.