Daarna ging de kabouter de vloer vegen omdat zijn huisje vies was.
Slide 11 - Slide
Bijwoordelijke bepaling?
Let op: niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag. Ook woorden als niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk zijn bijwoordelijke bepaling.
Niet in alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor,
maar een zin kan ook meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
Slide 12 - Slide
Bijwoordelijke bepaling?
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
1. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
2. Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
3. De zinsdelen die dan nog overblijven, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Wat? Je maakt de startopdracht en opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 6 grammatica - zinsdelen (p. )
Hoe? 5 minuten stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 15 minuten.
Resultaat? Je leert over de bijwoordelijke bepaling. Klaar? Dan maak je opdracht 4 en 5.
timer
15:00
Slide 14 - Slide
Zoek bwb uit deze zin: In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.
A
in al die jaren
B
hetzelfde uiterlijk
C
de auto
D
hetzelfde
Slide 15 - Quiz
Je wenst tijdens het kerstmenu iedereen smakelijk eten.
Tijdens het kerstmenu=
A
ow
B
lv
C
mw
D
bwb
Slide 16 - Quiz
In een zin kan maar één BWB voorkomen
A
Waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Aan de slag!
Wat? Je kijkt na: startopdracht en opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 6 grammatica - zinsdelen (p. )
Hoe? 5 minuten stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 10 minuten.
Resultaat? Je ziet of je de lesstof goed begrepen hebt. Klaar? Maak opdracht 4 en 5.