Grammatica WS: wed. vnw en wederkerig vnwm

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je het wederkerig en wederkerend voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin. 

Slide 2 - Slide

Zelf aan de slag
Maak Cursus 5, par. 4  opdr. 1 t/m 6.

Tijdens de instructie ben je stil.

Na de instructie mag je vragen stellen.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.

Slide 3 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
  • Wederkerend = keert terug

  • Soms keert dezelfde persoon terug (= weder) in een zin, zoals bij de werkwoorden (zich)   gedragen en (zich) realiseren. Je zegt immers altijd: 'Ik gedraag me' en 'Wij realiseren ons'. 

  • Alle vormen van 'zich' noemen we bij het woordbenoemen wederkerende voornaamwoorden.

  • Wederkerende voornaamwoorden komen dus ALLEEN voor i.c.m. een wederkerend werkwoord, zoals: zich vergissen, zich schamen, zich ergeren, zich wassen etc.




Slide 4 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
  • De wederkerende voornaamwoorden mezelf, jezelf, zichzelf en onszelf komen voor bij toevallig wederkerende werkwoorden (zich wassen, zich scheren) en horen er ook bij.

  • Meneer Van het Hof scheert zichzelf het liefst met een scheermesje




Slide 5 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
  • Zich is altijd wederkerend voornaamwoord.

  • Me, je en ons kunnen ook persoonlijk voornaamwoord zijn. 

  • De woorden je en ons kunnen daarnaast ook nog bezittelijk voornaamwoord zijn. 

Slide 6 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
  • Vervang het woord me, je of ons door hij, hem, zijn of zich. Als je het woord kunt vervangen:
  1. door hij of hem, dan is het een persoonlijk voornaamwoord;
  2. door zijn, dan is het een bezittelijk voornaamwoord;
  3. door zich, dan is het een wederkerend voornaamwoord

Kun (1) je (2) je voorstellen dat (3) je zusje de hoofdrol krijgt in de musical van groep 8?



Slide 7 - Slide

Welke werkwoorden zijn wederkerend of zouden dat kunnen zijn?
A
uitleven
B
kopen
C
terugtrekken
D
verbazen

Slide 8 - Quiz

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een wederkerend voornaamwoord?
A
Die broer van jou..
B
Je hebt je bezeerd
C
Ik zie ze niet.
D
Hij heeft goed geleerd,

Slide 9 - Quiz

Wederkerig voornaamwoord
  • Het woordje elkaar (of: mekaar / elkander)

  • Je hebt meerdere mensen nodig om dit woord te gebruiken.  

       >   Ik geef elkaar een hand.  FOUT!
       >   Wij geven elkaar een hand.

  • Het verwijst dus ALTIJD naar meerdere personen!!

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
Maak Cursus 5, par. 4, opdr. 1 t/m 6.

Stel vragen als je iets niet begrijpt!

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.
3. Leren voor een toets.

Slide 11 - Slide

Lesdoelen: behaald?
- Welke woordsoorten kun je al goed herkennen?

- Met welk woordsoort/welke woordsoorten wil je nog oefenen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide