Samengestelde zinnen
- Zinnen met 2 of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
Met een voegwoord (en, omdat, terwijl, nadat, zodat, als, toen want, maar of, dus) kun je van 2 korte zinnen een samengestelde zin maken.
Mijn moeder ligt op bed. Mijn moeder is ziek.
Mijn moeder ligt op bed, want ze is ziek.