What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica zinsdelen
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Ik kan natuurlijk prima het werkwoordelijk gezegde benoemen'.
A
kan natuurlijk benoemen
B
kan prima benoemen
C
kan natuurlijk prima benoemen
D
kan benoemen
Slide 10 - Quiz
Wat is het naamwoordelijk gezegde in de zin?
'Mevrouw Van Doorn is de liefste docent op Scala Molenwatering.'
A
is de liefste docent
B
is de liefste docent op Scala Molenwatering
C
de liefste docent
D
de liefste docent op Scala Molenwatering
Slide 11 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Luca heeft zijn huiswerk voor Nederlands uitstekend gemaakt.'
A
heeft uitstekend gemaakt
B
heeft gemaakt
C
heeft zijn huiswerk gemaakt
D
gemaakt
Slide 12 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
De kassière schijnt erg aardig te zijn in haar vrije tijd.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 13 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
De leerling heeft een scheet gelaten in de klas.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 14 - Quiz
Is het eerste gedeelte van de zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
De kapster is ontzettend goed in haar beroep, want ze knipt perfecte kapsels.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 15 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Marina legt mij het onderwerp uit.
A
Marina
B
mij
C
het onderwerp
D
uit
Slide 16 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 17 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik kan nu het lijdend voorwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
een zin
Slide 18 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Denise showde haar moeder haar nieuwe kleren.
A
Denise
B
showde
C
haar moeder
D
haar nieuwe kleren
Slide 19 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
De docent heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd
A
De docent
B
de betekenis
C
het meewerkend voorwerp
D
mij
Slide 20 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn vriend geeft de poes en de hond hun eten.
A
Mijn vriend
B
geeft
C
de poes en de hond
D
hun eten
Slide 21 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?
Ik heb alles aan mijn vriendin verteld.
A
aan mijn vriendin
B
ik
C
alles
D
er is in deze zin geen bijwoordelijke bepaling
Slide 22 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?
Ik heb mijn pyjama eigenlijk aan.
A
ik
B
heb
C
mijn pyjama
D
eigenlijk
Slide 23 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Nederlands H5 Taalverzorging Bijwoordelijke bepaling
April 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Nederlands: ontleden zinsdelen 1
March 2022
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica - zinsdelen
September 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
Grammatica 2 mavo/havo blok 2 bijwoordelijke bepaling en herhaling
November 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhalen grammatica blok 1 t/m 3 2MH
February 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandige naamwoorden
19 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3,4
Grammatica - eerste stappen
October 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandige naamwoorden
19 days ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3,4