Week 11, les 6 1F

Welkom!




Nederlands 
Mavo/ havo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!




Nederlands 
Mavo/ havo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

Slide 1 - Slide

Voordat we gaan beginnen
Duim omhoog/ duim naar beneden: Hoe gaat het met je?

1. Deze dag is goed begonnen. 
2. Ik heb zin om weer naar school te gaan. 
3. Ik heb vragen over de vorige les. 
4. Ik heb mijn spullen klaarliggen 
(schrift, pen, iPad, boek in Schooltas app)
5. Ik heb tips voor de hybride lessen. 
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les/ doelen
1. Blok 5, lezen opdracht 38 nagekeken (hoofd- en bijzaken + hoofdgedachte)
2. Blok 5, lezen, opdracht 40 gemaakt (hoofd- en bijzaken + hoofdgedachte)
3.  Blok 4, spelling opdracht 22 gemaakt (tt en vt).  


Slide 3 - Slide

Wat we deze les gaan doen/ doelen
Lezen en spelling
  • Lezen, blok 5, opdracht 40  (hoofd- en bijzaken en hoofdgedachte).
  • Spelling, blok 4, opdracht 22 (tt en vt) nakijken.
  • Spelling, blok 4, opdracht 25 maken (samenstelling).

Afsluiting:
  • Nieuwsquiz (algemene kennis) 

Slide 4 - Slide

Lezen, blok 5, opdracht 40 nakijken


1 a-c Eigen antwoorden. 2 Hij begint met een kort verhaal en noemt het onderwerp van de tekst.
3 troep, vuilnis
4 a Ze = kinderen (regel 3) b dat = afval (regel 15),  c die = kleine lapjes stof (regel 17)
 d Ze = kleine lapjes stof (regel 17) e Zij = mijn moeder (regel 21), 
 f het = om nieuwe computers te ontwerpen (regel 39)
5 a Deze zin behoort tot de hoofdzaak. De zin noemt de inkomstenbron van de gezinnen op de vuilnisbelt. Daarvoor zoeken ze.
 b Deze zin behoort tot de hoofdzaak. Deze zin geeft aan waarom de gezinnen het vuilnis doorzoeken.
 c Deze zin behoort tot de bijzaken. Deze zin is een toelichting. Je kunt hem weglaten.
 d De zin behoort tot de bijzaken. Het is een voorbeeld van hoe mensen met afval geld verdienen.

Slide 5 - Slide

Lezen, blok 5, opdracht 40 nakijken


6 Zanet en de buurvrouwen verdienen geld met het zoeken naar kleine lapjes stof van naaiateliers die als brandstof kunnen worden gebruikt.
7 a Ja, want in de tekst staat dat Sumon en Ashah een dagtaak hebben aan het ophalen van huisvuil. Er is dus geen tijd voor school.
 b Zin A. Het tussenkopje geeft de hoofdzaak aan, namelijk dat de jongens geen tijd voor school hebben. In deze zin wordt nog eens uitgelegd dat ze niet naar school kunnen, omdat ze een dagtaak hebben aan vuilnis ophalen.
8 Nee, deze alinea hoort nog bij alinea 4. Hij gaat nog over Sumon en zijn ouders en broertje.
9 a Geld verdienen met ophalen en uitzoeken vuilnis.  b Eigen antwoord.  c Eigen uitleg.
10 In Bangladesh verdienen veel arme gezinnen hun inkomen met het sorteren en ophalen van huisvuil. 11 Eigen antwoord. 12 a De lezer informeren.  b informerende tekst

Slide 6 - Slide

Doel behaald?
1. Vertel in eigen woorden wat hoofd- bijzaken zijn. 
2. Geef een voorbeeld.
3. Vertel in eigen woorden wat een hoofdgedachte is. 
4. Geef een voorbeeld. 

Slide 7 - Slide

Spelling
1. Theorie werkwoordsvormen opfrissen tt en vt
2. Spelling blok 4, opdracht 22 (blz 189) nakijken: Opdracht 22
1 vergaderd, 2 Houd, 3 wachtten, 4 verwijdert, 5 gedurfd,
6 glansde, 7 gehoorzaamt, 8 verlichten, 9 landde/landt
10 geschroefd

3. Lees theorie samenstelling. Maak opdracht 25 (blz 192)
 

Slide 8 - Slide

Spelling

1. Lees theorie samenstelling. Maak opdracht 25 (blz 192)


2. Extra oefen? ga naar www.cambiumned.nl en oefen de onderdelen die je lastig vindt. 
 

Slide 9 - Slide

Volgende les
1. Lezen blok 6 + leesboek
www.cambiumned.nl 
2. Spelling bl 4, opdr. 25 nakijken (samenstelling). 
3. Opdracht 27 (blz 193) maken (verkleinwoorden).



Slide 10 - Slide

Nieuwsquiz

1. Via www.kahoot.it
2. Eigen voornaam

https://create.kahoot.it/details/96e1ea43-d683-48b8-a676-5fe4d592d00a

Slide 11 - Slide

Doelen/ Reflectie
1. Tekstopbouw
2. Hoofd- en bijzaken
3. Blok 4 spelling, tt en vt

1. Wat ging goed?
2. Wat zijn verbeterpunten?
3. Hoe ga je dat aanpakken?


Slide 12 - Slide

Afsluiting
Fijne dag!

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Reflectie: Welke smiley kies je?
1. smiley= hoe vond je de les en waarom?
2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Slide 14 - Slide

Lezen, blok 4, opdracht 47 nakijken, week 10


1 Hij gebruikt een kort verhaaltje (voorbeeld) en kondigt het onderwerp aan.
2 Het middenstuk telt vijf alinea’s.
3 Het slot ontbreekt.
4 a Ze verwijst naar neonlampen (regel 2).
 b die verwijst naar gassen (regel 5).
 c het verwijst naar glas (regel 25).
 d die verwijst naar Glasblazers (regel 27).
 e Die verwijst naar een speciale pomp (regel 36).

5 Een neonlamp werkt bijna hetzelfde als een gloeilamp, alleen hebben neonlampen geen dun metalen draadje, maar bevatten ze gas.


Slide 15 - Slide

Lezen, blok 4, opdracht 47 nakijken, week 10


6 In de eerste zin: ‘Dat er ... kleuren lampen hebt.’
7 a Neonlampen vallen niet alleen op vanwege hun kleur, maar ook door hun vorm.
 b Toelichting. De zinnen lichten toe hoe het buigen van de buisjes in z’n werk gaat.
8 Eigen antwoord. Voorbeeld: Het past niet goed. Het woord verzuipen komt niet meer letterlijk in de alinea voor. Het geeft niet de kern van de alinea weer.
9 Een neonlamp heeft tussen de 3000 en 15000 volt aan stroom nodig.
10 Vijf kenmerken:  – Hij werkt op gas.  – Kan veel verschillende kleuren laten zien.
 – Kan in verschillende vormen worden gebogen.  – Bevat soms kwik om de kleur van gassen helderder te laten gloeien.  – Heeft veel stroom nodig.
11 Eigen antwoord en toelichting daarbij. De titel past bij de inhoud van de tekst. De tekst gaat over neonlicht en spotlights slaat op de felle kleuren van een neonlicht.

Slide 16 - Slide

Lezen, blok 5, opdracht 38 nakijken


1 Kenmerken van een kameleon
2 a Kameleons verkleuren om iets te zeggen tegen hun jagers en om met soortgenoten te praten.
 b ‘Verstoppertje’ past niet zo goed bij de alinea. Het tussenkopje geeft niet de inhoud van de alinea weer. Ook niet als je het als vraag ziet met het antwoord nee.
 c Eigen tussenkopje. Bijvoorbeeld: Redenen voor verkleuren.
3 a De hersenen van een kameleon vertellen tegen de huidcel welke kleur hij moet laten zien.
 b Nee, niet helemaal. Het kopje laat de lezer vermoeden dat de huid van de kameleon in felle kleuren kan veranderen. Dat is niet zo.
4 a de uitpuilende ogen van de kameleon
 b Kameleons hebben uitpuilende ogen waar mee ze verschillende beelden kunnen zien.
 c Tot de bijzaken.

Slide 17 - Slide

Lezen, blok 5, opdracht 38 nakijken


5 Lange staart van kameleon
6 Kameleons verkleuren om iets tegen hun jagers en soortgenoten te zeggen. De hersenen van de kameleon geven aan in welke kleur hij moet veranderen. De beesten hebben uitpuilende ogen die elk verschillende beelden zien. De staart van de kameleon is lang en hij gebruikt hem om takken te pakken en zich vast te houden.
7 De titel past een beetje bij de rest van de tekst. De meeste kameleons hebben een andere kleur en ze kunnen zelf enigszins van kleur veranderen, maar ze laten niet een groot verschil in kleur zien. Ook veranderen ze niet in felle kleuren.
8 a Het tekstdoel is informeren.
 b De hoofdgedachte is: Kameleons krijgen niet echt een andere kleur, maar ze verkleuren lichter of donkerder om met soortgenoten en vijanden te praten.

Slide 18 - Slide