What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het presens
werkwoorden
het presen
s /
tegenwoordige tijd
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
werkwoorden
het presen
s /
tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
Regel bij tegenwoordige tijd
Je neemt de IK-VORM
bij JIJ en HIJ/ZIJ komt er een
t
werken
ik werk
jij/hij/zij werk
t
wij/jullie werken
lopen
ik loop
jij/hij/zij loop
t
wij/jullie lopen
zitten
ik zit
jij/hij/zij zit
wij/jullie zitten
Slide 2 - Slide
Enkelvoud (werken)
Ik
werk
op school
Je/jij
werk
t
op school
Werk
je/jij
op school?
Hij/ zi
j
werk
t
op school
Slide 3 - Slide
Meervoud (werken)
Wij/we
werken
op school
Jullie
werken
op school
Ze/zij
werken
op school
Slide 4 - Slide
Enkelvoud (snijden)
Ik
snijd
het vlees
Je/jij
snijd
t
het vlees
Snijd
je/jij het vlees?
Hij/ zi
j
snijd
t
het vlees
Slide 5 - Slide
Meervoud (snijden)
We/wij
snijden
het vlees
Julli
e
snijden
het vlees
Ze/zij
snijden
het vlees
Slide 6 - Slide
Enkelvoud (helpen)
Ik
help
mijn moeder.
Je/jij
help
t
mijn moeder.
Help
je/jij
mijn moeder?
Hij/ zij
help
t
mijn moeder.
Slide 7 - Slide
Meervoud (helpen)
We/wij
helpen
mijn moeder.
Jullie
helpen
mijn moeder.
Ze/zij
helpen
mijn moeder.
Slide 8 - Slide
Uitleg werkwoordschema
Huiswerk voor
let op bij woorden als
maken --->
zitten --->
schrijven --->
lezen --->
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Peter ... zijn moeder.
A
helpen
B
help
C
helpt
Slide 11 - Quiz
Het kind ... in haar boek.
A
kleurt
B
kleur
C
kleuren
Slide 12 - Quiz
Het meisje ... op straat.
A
hinkelen
B
hinkelt
C
hinkel
Slide 13 - Quiz
De jongens ... op het schoolplein.
A
vecht
B
vechten
C
vechtt
Slide 14 - Quiz
Ik ... naar mijn docent.
A
lag
B
lacht
C
lach
D
lachen
Slide 15 - Quiz
De kinderen ... in de lucht.
A
springen
B
springt
C
spring
D
springtt
Slide 16 - Quiz
Het eten ruiken lekker.
Goed
Fout
Slide 17 - Poll
De zon schijnt.
Goed
Fout
Slide 18 - Poll
De jongen bloed aan zijn vinger.
Goed
Fout.
Slide 19 - Poll
Mustafa (kijken) naar de televisie.
Slide 20 - Open question
Mijn vader (begrijpen) de tekst niet.
Slide 21 - Open question
Juf Jenny (luisteren) naar de kinderen.
Slide 22 - Open question
(Drinken) jij een glas cola?
Slide 23 - Open question
(Glijden) jij van de glijbaan?
Slide 24 - Open question
Mijn broer (rijden) op een Fatbike.
Slide 25 - Open question
More lessons like this
Het presens
October 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
ISK
herhalingsles A2-B1
January 2025
- Lesson with
54 slides
Nederlands
ISK
Inversie en OTT
December 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Macaroni februari 2022
January 2022
- Lesson with
13 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Thema 4 dag 4 individueel
October 2024
- Lesson with
37 slides
NT2
ISK
Thema 4 dag 4 klassikaal
October 2024
- Lesson with
37 slides
NT2
ISK
Snijden.....
February 2023
- Lesson with
14 slides
Dienstverlening en Producten
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3