Hoofdstuk 3 - Verbanden en Signaalwoorden (deel 2)

Noem 3 kenmerken of signaalwoorden die horen bij een opsomming.
1 / 11
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem 3 kenmerken of signaalwoorden die horen bij een opsomming.

Slide 1 - Open question

Noem 3 signaalwoorden die horen bij een tegenstelling.

Slide 2 - Open question

Lesdoel
Aan het einde van de les herken je de signaalwoorden van opsommingen en tegenstellingen in verschillende leesteksten.

Slide 3 - Slide

Opsomming
- Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

-Andere kenmerken: streepjes (–), dots (•), getallen (1, 2, 3) of een dubbele punt (:). 
Voorbeeld van een opsomming:

Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Slide 4 - Slide

Tegenstelling

- signaalwoorden: 
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant.
Voorbeeld van een tegenstelling:

De oude achtbaan is niet heel mooi, maar hij gaat wel ontzettend hard.

Slide 5 - Slide

Koppel het signaalwoord aan het juiste verband.
Tegenstelling
Opsomming
aan de ene kant
aan de andere kant
om te beginnen
ook
ten eerste
en
echter
Toch

Slide 6 - Drag question

Instructiefilmpje Verbanden en Signaalwoorden

Slide 7 - Slide

Nieuw Nederlands
Open Nieuw Nederlands via Magister
Hoofdstuk 3: Les Lezen (Verbanden & Signaalwoorden 1 )
Opdracht 4  - Tekst 4 Lezen

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
Les Lezen Verbanden en signaalwoorden afmaken

Klaar?
- Extra opdracht (online)

Slide 9 - Slide

Opsomming

Slide 10 - Mind map

Tegenstelling

Slide 11 - Mind map