V4 BECO §7.4 Annuïteitenhypotheek

De vorige les
Lineaire hypotheek & Opstart Annuïteitenhypotheek

Huiswerk:
Opgave 7.10, 7.12, 7.13

Wie heeft een vraag over een gedeelte van het huiswerk?
(zet je vraag in het handje rechts onderin)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De vorige les
Lineaire hypotheek & Opstart Annuïteitenhypotheek

Huiswerk:
Opgave 7.10, 7.12, 7.13

Wie heeft een vraag over een gedeelte van het huiswerk?
(zet je vraag in het handje rechts onderin)

Slide 1 - Slide

Welke uitspraak is waar over de lineaire hypotheek?
A
De aflossing neemt elke periode af
B
De rente is elke periode gelijk
C
De aflossing is elke periode gelijk
D
De rente en aflossing zijn elke periode gelijk

Slide 2 - Quiz

Kenmerken annuïteitenlening
  • Vast bedrag te betalen per maand: de annuïteit
  • Annuïteit = Aflossing + Interest
  • Eerst veel interest betalen en weinig aflossing
  • Later veel aflossing en weinig interest

  • JE BETAALT RENTE OVER DE SCHULDREST!


Slide 3 - Slide

Aflossingsschema annuiteïtenlening

Slide 4 - Slide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

Slide 5 - Slide

Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000
A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?

timer
1:00

Slide 6 - Open question

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
€250.000 x 0,03 = €7.500

Slide 7 - Slide

Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000
B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?

timer
1:00

Slide 8 - Open question

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000

B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
€15.000 - €7.500 = €7.500

Slide 9 - Slide

Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

timer
2:30

Slide 10 - Open question

Rekenvoorbeeld
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

  • Schuld na jaar 1: €250.000 - €7.500 = €242.500
  • Rente jaar 2: €242.500 x 0,03 = €7.275
  • Aflossing jaar 2: €15.000 - €7.275 = €7.725
  • Schuld na jaar 2: €242.500 - €7.725 = €234.775

Slide 11 - Slide

Annuïteitenhypotheek
  • Naarmate de looptijd vordert, betaal je minder rente en meer aflossing.
  • Daardoor neemt je belastingvoordeel af en stijgen je netto maandlasten.
  • Voordeel annuïteitenhypotheek: in het begin van de looptijd betaal je netto een stuk minder in vergelijking tot een lineaire hypotheek. Dat past vaak goed bij starters.

Slide 12 - Slide

Waarom past de annuïteitenlening goed bij starters?

Slide 13 - Open question

Wat is een nadeel van een annuïteitenhypotheek?

Slide 14 - Open question

Kanjers, nu mogen jullie!
  • Bekijk nog eens goed welke huiswerkopgaves je niet begreep (10, 12, 13) en maak deze alsnog.
  • Hiermee klaar? Maak dan Opgave 7.2 van de ZT op blz. 94

Ik ben er om vragen te beantwoorden, maar:
WERK SAMEN!

Slide 15 - Slide

Welke opmerking over een annuïteitenhypotheek is waar?
A
Je betaalt elke periode evenveel aflossing.
B
Je betaalt elke periode evenveel rente.
C
Je betaalt elke periode in totaal evenveel.
D
Je betaalt elke periode in totaal steeds minder.

Slide 16 - Quiz

Welke hypotheek is aan het begin van de looptijd het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 17 - Quiz

Welke hypotheek is in totaal het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 18 - Quiz

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll