This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefenen voor de toets!
Slide 1 - Slide
Experiment
Ik heb een aantal kleine experimentjes gedaan thuis. Zoals je kunt zien in het figuur was het bij mij thuis 22,1 ˚C.
Slide 2 - Slide
Experiment 1
In dit heb experiment heb ik een sneeuwbal van 42 gram gemaakt (rechts) en 5 sneeuwballetjes die samen het gewicht van 42 gram hebben (links).
Welk van de twee bordjes zal
eerder gesmolten zijn en waarom?
Slide 3 - Slide
Welke bordje is eerder gesmolten?
A
Links
B
Rechts
Slide 4 - Quiz
Ik heb bij dit experiment gevarieerd in:
A
Temperatuur
B
Verdelingsgraad
C
Concentratie
D
Katalysator
Slide 5 - Quiz
Na 45 minuten
Slide 6 - Slide
Experiment 2
In dit experiment heb ik een sneeuwbal gemaakt met hetzelfde gewicht als in experiment 1. Deze sneeuwbal heb ik verwarmd met een föhn.
Zal deze sneeuwbal sneller gesmolten
zijn dan die in experiment 1 of niet?
En waarom?
Slide 7 - Slide
Deze sneeuwbal is sneller gesmolten dan in experiment 1
A
Onjuist
B
Juist
Slide 8 - Quiz
Experiment 2
Slide 9 - Slide
Experiment 3
In dit experiment heb ik weer twee gelijke sneeuwballen gevormd (47 gram). Op de linkse sneeuwbal heb ik een een aantal grammen zout gestrooid.
Welke van de twee sneeuwballen zal eerder
smelten links (met zout) of
rechts (zonder zout)?
Slide 10 - Slide
Welke sneeuwbal zal eerder smelten?
A
met zout (links)
B
zonder zout (rechts)
Slide 11 - Quiz
Ik heb in dit experiment gevarieerd in:
A
Temperatuur
B
Verdelingsgraad
C
Concentratie
D
Katalysator
Slide 12 - Quiz
Na 45 minuten
Slide 13 - Slide
Is dit energiediagram exo of endotherm
A
Exotherm
B
Endotherm
Slide 14 - Quiz
Alkeen
Alkaan
Alkanol
Slide 15 - Drag question
De stoffen in de afbeelding zijn isomeren van elkaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
De volgende vragen zullen gaan over het rekenen aan reacties.
Slide 17 - Slide
Ik ga een koolwaterstof verbranden, welke reactieproducten ontstaan hierbij?
Slide 18 - Open question
mol
gram
mol
Slide 19 - Drag question
Welke mol verhouding gebruik je in stap 2?
A
2:25
B
2:18
C
26:16
D
16:18
Slide 20 - Quiz
Hoeveel gram difosforpentaoxide kan er ontstaan wanneer 10 gram fosfor reageert met 7,8 gram zuurstof? Er worden verder geen reactie producten gevormd bij deze reactie.