What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
naamval en functies
Οἱ φίλοι τῇ βασιλειᾷ δῶρον παρεχουσιν.
Welke naamval en functie heeft Οἱ φίλοι?
A
nom ev - naamwoordelijk deel
B
nom mv- onderwerp
C
dat ev - meewerkend voorwerp
D
dat mv - bijwoordelijke bepaling
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Οἱ φίλοι τῇ βασιλειᾷ δῶρον παρεχουσιν.
Welke naamval en functie heeft Οἱ φίλοι?
A
nom ev - naamwoordelijk deel
B
nom mv- onderwerp
C
dat ev - meewerkend voorwerp
D
dat mv - bijwoordelijke bepaling
Slide 1 - Quiz
Οἱ φίλοι τῇ βασιλειᾷ δῶρον παρεχουσιν.
Welke naamval en functie heeft τῇ βασιλειᾷ?
A
nom ev - naamwoordelijk deel
B
nom mv- onderwerp
C
dat ev - meewerkend voorwerp
D
dat mv - bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Quiz
Οἱ φίλοι τῇ βασιλειᾷ δῶρον παρεχουσιν.
In welke vorm staat παρεχουσιν?
A
3e mv ind praesens
B
3e ev ind praesens
C
1e mv ind praesens
D
infinitivus
Slide 3 - Quiz
Οἱ φίλοι τῇ βασιλειᾷ δῶρον παρεχουσιν.
Welke naamval en functie heeft δῶρον?
A
nom ev - naamwoordelijk deel
B
acc ev - lijdend voorwerp
C
acc ev - bijwoordelijke bepaling
D
gen ev - aanvulling vij een ww
Slide 4 - Quiz
Ὁ ἥρως τοῖς ὅπλοις τὸ θηρίον ἀποκτείνει.
Welke naamval en functie heeft Ὁ ἥρως
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - naamwoordelijk deel
C
gen ev - aanvulling bij een ww
D
gen ev - bijvoeglijke bepaling
Slide 5 - Quiz
Ὁ ἥρως τοῖς ὅπλοις τὸ θηρίον ἀποκτείνει.
Welke naamval en functie heeft τοῖς ὅπλοις
A
dat ev - meewerkend voorwerp
B
dat ev - bijwoordelijke bepaling
C
dat mv - aanvulling bij een ww
D
dat mv - bijwoordelijke bepaling
Slide 6 - Quiz
Ὁ ἥρως τοῖς ὅπλοις τὸ θηρίον ἀποκτείνει.
Welk soort bijwoordelijke bepaling is τοῖς ὅπλοις?
A
middel
B
oorzaak
C
manier
D
plaats
Slide 7 - Quiz
Ὁ ἥρως τοῖς ὅπλοις τὸ θηρίον ἀποκτείνει.
Welke naamval en functie heeft τὸ θηρίον
A
nom ev - naamwoordelijk deel
B
acc ev -lijdend voorwerp
C
acc ev - bijwoordelijke bepaling
D
gen ev - aanvulling bij een werkwoord
Slide 8 - Quiz
Ὁ ἥρως τοῖς ὅπλοις τὸ θηρίον ἀποκτείνει.
Welke vorm is ἀποκτείνει?
Slide 9 - Open question
τοῖς ξενοῖς ἡ καλή οἱκία ἐστιν.
Welke naamval en functie heeft τοῖς ξενοῖς?
A
dat ev - bijwoordelijke bepaling
B
nom mv - onderwerp
C
dat mv - van bezit
D
gen mv - aanvulling bij een werkwoord
Slide 10 - Quiz
τοῖς ξενοῖς ἡ καλή οἱκία ἐστιν.
Welke naamval en functie heeft ἡ καλή οἱκία?
A
dat ev - bijwoordelijke bepaling
B
nom ev - onderwerp
C
dat mv - van bezit
D
gen mv - aanvulling bij een werkwoord
Slide 11 - Quiz
τοῖς ξενοῖς ἡ καλή οἱκία ἐστιν.
In welke vorm staat ἐστιν?
Slide 12 - Open question
Ἡ βασίλεια ὁμοῖα θεᾷ ἐστίν.
Welke naamval en functie heeft Ἡ βασίλεια?
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - naamwoordelijk deel
C
dat ev - aanvulling bij een werkwoord
D
dat ev - aanvulling bij een bijvoeglijk naamwood
Slide 13 - Quiz
Ἡ βασίλεια ὁμοῖα θεᾷ ἐστίν.
Welke naamval en functie heeft ὁμοῖα?
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - naamwoordelijk deel
C
dat ev - aanvulling bij een werkwoord
D
dat ev - aanvulling bij een bijvoeglijk naamwood
Slide 14 - Quiz
Ἡ βασίλεια ὁμοῖα θεᾷ ἐστίν.
Welke naamval en functie heeft θεᾷ?
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - naamwoordelijk deel
C
dat ev - aanvulling bij een werkwoord
D
dat ev - aanvulling bij een bijvoeglijk naamwood
Slide 15 - Quiz
Ἐν ταῖς πυλαὶς ταῖς τοῦ Ταρτάρου ἐσμέν.
Welke naamval en functie heeft ταῖς πυλαὶς?
A
dat ev - meewerkend voorwerp
B
dat ev -aanvulling bij een werkwoord
C
dat mv - bijwoordelijke bepaling
D
dat mv - aanvulling bij een bijv. naamwoord
Slide 16 - Quiz
Ἐν ταῖς πυλαὶς ταῖς τοῦ Ταρτάρου ἐσμέν.
Welke soort bijwoordelijke bepaling is ταῖς πυλαὶς?
A
middel
B
oorzaak
C
manier
D
na een voorzetsel
Slide 17 - Quiz
Ἐν ταῖς πυλαὶς ταῖς τοῦ Ταρτάρου ἐσμέν.
Welke naamval en functie heeft τοῦ Ταρτάρου?
A
gen ev - bijvoeglijke bepaling
B
gen ev - bijw. bepaling na een voorzetsel
C
dat ev - meewerkend voorwerp
D
dat ev - bijw. bepaling na een voorzetsel
Slide 18 - Quiz
Ἐν ταῖς πυλαὶς ταῖς τοῦ Ταρτάρου ἐσμέν.
In welke vorm staat ἐσμέν?
Slide 19 - Open question
More lessons like this
functie nom +acc
September 2020
- Lesson with
14 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2021-03-01 G3 Grieks Bijspijkerles 2
March 2021
- Lesson with
22 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2G1 15 mei
May 2019
- Lesson with
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
8 januari
January 2024
- Lesson with
32 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
thema 1 oefentoetsje grammatica
November 2021
- Lesson with
11 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
10 januari
January 2024
- Lesson with
37 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Argo t2 tekst 7 r. 1-11
December 2023
- Lesson with
51 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grieks klas 1C 26 mei
May 2020
- Lesson with
12 slides
Klassieke Talen
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1