- Leg je aan een klasgenoot uit waar de letters SMART voor staan en welke drie soorten doelen er zijn.
- Benoem je waarom een SMARTdoel belangrijk is.
- Heb je 3 SMARTdoelen opgeschreven voor een activiteit, waarvan 1 cognitief doel, 1 vaardigheidsdoel en 1 attitudedoel en dit laten controleren door een klasgenoot.