11-05/12-05 5V Naamvallen bepalen: Kapitel 4 Grammatik F + Kapitel 5 Grammatik E
Die Fälle
1.
2.
3.
4.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Die Fälle
1.
2.
3.
4.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Noem de 9 keuzevoorzetsels met betekenis
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Geef een voorbeeld voor een zin met keuzevoorzetsel in 3e en 4e naamval. Gebruik hierbij deze woorden das Buch, liegen of legen, der Tisch
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Heute ist ein schöner Tag
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 14 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Ich laufe über die Straße.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 15 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Das Mädchen ist die Tochter des Kapitäns
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 16 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Die Mannschaft wird ohne dich verlieren.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 17 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Der Vater geht mit ihnen zum Schwimmen.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 18 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Es gibt hier kein einziges Mädchen.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 19 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Manchmal gelingt es dem Jungen nicht.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 20 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Ich warte auf ein Zeichen von dir.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 21 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Morgen fahren wir in die Schweiz.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 22 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Sie ist die beste Ärztin.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 23 - Quiz
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Wir sind jetzt in den Niederlanden.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 24 - Quiz
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Er besucht uns jed..... Jahr (o).
Slide 25 - Open question
Bepaal het vetgedrukte zinsdeel.
Während des Unterrichts darf man nicht essen.
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 26 - Quiz
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Wo befinden sich die Zimmer d.... Direktoren (mv)?
Slide 27 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Er zieht in d.... Niederlande um.
Slide 28 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Er macht d... Lehrer (m) ein Kompliment.
Slide 29 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Weshalb fragst du m.... (mij)
Slide 30 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Mit d.... Stoff (m) für d... Test (m) hat er keine Schwierigkeiten.
Slide 31 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Sie zweifelt an unser.... Beziehung (v)
Slide 32 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Er ist d... Direktor unserer Schule
Slide 33 - Open question
Vul het lidwoord aan in de juiste naamval. Soms moet je ook de uitgangen vervoegen. Er wohnt in d.... Niederlanden (mv)