Oefenopgave rechtstaat 2.1 en 2.2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Oefenopgave rechtstaat 2.1 en 2.2

Opdracht:

Je hebt een kwartier om voor jezelf de tekst te lezen en de vragen te maken.

Let op!

Leg uit waar gevraagd

Gebruik begrippen en definities

Gebruik onderdelen van de tekst

Opdracht

Ga nu in drietallen bij elkaar zitten en vergelijk de antwoorden: Wie heeft welke antwoorden gegeven? 

Wat is het mooiste antwoord op welke vraag?

Let op!

Leg uit waar gevraagd

Gebruik begrippen en definities

Gebruik onderdelen van de tekst

a. Leg uit hoe je in de bron de rechtsstaat terugziet. Gebruik hierbij ook de definitie van het begrip. (R/I,2)

b. Om welk grondrecht gaat het hier? Leg je antwoord uit en gebruik hierbij een citaat uit de bron. (T2,2)

c. Is dit een klassiek of een sociaal grondrecht? Leg je antwoord uit en ga hierbij in op het verschil tussen de twee begrippen. (R/T2,2)

d. Leg uit dat deze bron gaat over de spanning tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming. (T2,2)

e. Welke twee machten van de Trias Politica zie je in de tekst terug en wie zijn hierin vertegenwoordigd? Noem beide en de persoon uit de bron die erbij hoort. (T2/I, 2)

f. Welke macht is er nog over en wie horen hierbij? (R,2)

g. Welke staatsvorm moet er op de 1 in de tekst? Leg je antwoord uit. (I,1)

Hoe moeilijk tot makkelijk vonden jullie deze opgave?

😒🙁😐🙂😃