Miniles- Observeren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Programma

• Inleiding      Terugblik vorige lesdag  
  

• Kern              Observeren  
  

                               Theorie, opdracht

• Afsluiting    Evaluatie  
  

                               Vooruitblik volgende lesdag

Leerdoelen

Aan het einde van deze miniles kun je:

• beschrijven wat het doel van observeren is,  
  
• beschrijven wat de kenmerken van een goede observatie       zijn 
  
• beschrijven welke factoren een rol spelen bij observatie en bij het interpreteren van observatiegegevens. 
  

Wat is volgens jou een goede observatie?

Theorie – Doel observeren

Observeren is het gericht en systematisch waarnemen om gegevens te verzamelen.

Doel:

verzamelen van informatie om een antwoord te vinden op een algemene of specifieke vraagstelling:

• Welke verpleegproblemen heeft meneer Shoubarim? 
  
• Hoe reageert Johannes de Boer op de medicatie? 
  
• Kan meneer Werner zichzelf wassen? 
  

Soorten gegevens

Constante gegevens: gegevens waarin geen verandering te verwachten is.  

• Bijv.: zorgvrager vertelt bijvoorbeeld rooms-katholiek te zijn  
  

Variabele gegevens: gegevens die van dag tot dag verschillen; de toestand van een bepaald moment. 

• Bijv.: stemmingswisseling, temperatuursverhoging.
  

Eisen voor observeren

Een goede observatie is:

• Doelgericht: 
  

       waarom/ aanleiding beschrijven, wat en hoe

• Objectief: onbevooroodeeld, zonder interpretatie
  
• Betrouwbaar en valide 
  

       Betrouwbaar: Herhaalde observatie levert dezelfde resultaten op 

       Valide: klopt de observatie met de werkelijkheid?

Interpreteren van observatiegegevens

Interpreteren:

• Relatie leggen tussen de gegevens en het observatiedoel; 
  
• Betekenis geven aan de verzamelde gegevens. 
  

Bij het interpreteren van de verzamelde gegevens kun je fouten maken. Al tijdens het observeren moet je je ervan bewust zijn dat een aantal factoren een rol kan spelen bij het maken van interpretatiefouten

Factoren die een rol spelen bij observatie en bij het interpreteren van observatiegegevens:

• Generaliseren 
  
• Te snel invullen en reageren 
  
• Vooroordelen 
  
• Stereotypering 
  
• Halo-effect 
  
• Eigen waarden en normen
  

                                                                                            Whodunnit?      

Opdracht

Observatieoefening (zonder doel) In subgroepen a 3 personen

• Stel vast wat en hoe lang je gaat observeren. Bespreek niet wat je gaat observeren. 
  
• Voer de observatie uit. Maak zo nodig korte aantekening. Praat niet met elkaar tijdens de observatie en kijk ook niet naar wat de ander opschrijft. 
  
• Werk je eigen observatie kort uit 
  
• Leg de uitwerkingen naast elkaar en bespreek deze: 
  
• Wat zijn verschillen en overeenkomsten? Hoe komt dat? 

Observeren is ...

1. Kijken naar de zorgvrager
2. Gericht en systematisch waarnemen

Wat is het doel van observeren?

1. Niets willen missen van de situatie van een zorgvrager
2. Systematisch gegevens verzamelen om antwoord te vinden op een vraagstelling

Wat is een goede observatie?

Kenmerken van observeren zijn:

1. Weten waarom, wat en hoe je gaat observeren
2. Een observatie is subjectief
3. Een observatie is objectief

Welke factoren spelen een rol bij observatie en het interpreteren van de gegevens

1. O.a. het weer en gemoedstoestand van de zorgvrager
2. O.a. generalisatie, vooroordelen, stereotypering
3. Halo-effect, eigen waarden en normen
4. Of je iemand wel of niet aardig vind

Afronding

• Is het leerdoel behaald?  
  
• Benoem wat je geleerd hebt van de les
• Vooruitblik volgende lesdag