Grammatica zinsdelen: Werkwoordelijk gezegde

Grammatica zinsdelen: Werkwoordelijk gezegde
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, schrift en je boek Nederlands.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. Code staat op het whiteboard.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen: Werkwoordelijk gezegde
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, schrift en je boek Nederlands.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. Code staat op het whiteboard.

Slide 1 - Slide

Benoem alle werkwoorden van de zin:
Om eerlijk te zijn zou ik eigenlijk mijn hele naam in chocoladeletters willen hebben voor Sinterklaas.

Slide 2 - Open question

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen in een zin.
Hoe bereik je dit doel?
Lezen
Oefenen zin met persoonsvorm en onderwerp
Het werkwoordelijk gezegde: uitleg
Oefenen werkwoordelijk gezegde
Huiswerk werkwoordelijk gezegde: opdracht 1, 2 en 3
Afsluiting: Controleren leerdoelen

Slide 3 - Slide

Lezen
Boek uit: profielpagina.

Inleverdatum: 11 januari
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Ontleed de volgende zin (persoonsvorm en onderwerp):De vader van de bruid en de moeder van de bruidegom hebben met elkaar gedanst.

Slide 5 - Open question

Benoem alle werkwoorden die je kunt doen uit de zin: Ik heb een nieuwe PlayStation gekocht.

Slide 6 - Open question

Uitleg: Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde: Alle werkwoorden in een zin waarbij iemand iets doet.
Voorbeeld: Veel mensen willen hun trouwdag uitgebreid vieren.
Let op: Combinaties als aan het .... en te ..... horen bij het werkwoordelijk gezegde.
Ook scheidbare werkwoorden horen bij het werkwoordelijk gezegde. Vergeet de persoonsvorm niet op te schrijven!
Voorbeelden:
Ik ben aan het lezen, Sophie is te wandelen, Jan maakt zijn huiswerk niet af. 

Slide 7 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

'Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen'
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen

Slide 8 - Quiz

Ontleed de volgende zin helemaal t/m wg: In sommige repen kon je haast geen cacao proeven.

Slide 9 - Open question

Aan de slag
Maken online via Planning: Opdracht 1, 2 en 3
Doel: Je kunt een zin volledig ontleden: pv, zinsdeelstreepjes, ow en wg.
Hoe: Je werkt alleen en in stilte.

Slide 10 - Slide