21/22 januari 3e les

21 / 22 januari 1e les
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

21 / 22 januari 1e les

Slide 1 - Slide

Welkom V2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Welkom G2a 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 3 - Slide

Welkom A2b
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 4 - Slide

Planning
Lezen >> 10 min. in je eigen leesboek 
Startopdracht
Huiswerk bespreken 
Vervolg Fictie 3.3 verhaallijnen 
~pauze~ 
Zelfstandig werken 
Afsluiting

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Startopdracht
Spreek het volgende in je groepje: 
  • Beschrijf de setting en sfeer van je verhaal uit je leesboek. 

  • Kan je ook iets zeggen over het vertelheden of de tijdsvolgorde? 

  • Vanuit welk perspectief wordt het verhaal vertelt? 
 

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Huiswerk check✓
Opdracht 1 blz. 72
1 ‘Ik wist niet eens of ik terug zou komen.’ (blz. 73 bovenaan)
2 Hij neemt pillen mee.
3 Er is een aantal aanwijzingen om aan te nemen dat Mark ernstig ziek is. Hij weet niet of hij nog terugkomt, hij heeft pillen nodig, het is misschien zijn laatste kans om de berg te beklimmen en hij is geobsedeerd door het verstrijken van de tijd.
4 Hij misleidt de man achter het loket door twee kaartjes te kopen naar een plaats waar hij niet naartoe gaat. Bovendien verkleedt hij zich, waardoor een eventueel signalement alleen maar misleidend is.

Slide 7 - Slide

Doel Fictie 3.1 t/m 3.3



  • Je kent verschillende verhaallijnen. (3.3)
  • Je kunt tijdsprongen in een verhaal herkennen. (3.2)
  • Je kunt de setting van een verhaal beschrijven. (3.1)
  • Je kunt uitleggen hoe de setting de sfeer van een verhaal beïnvloedt. (3.1)

Slide 8 - Slide

3.1 Setting en sfeer blz. 64 Herhaling
Setting: 
bijvoorbeeld
Een plaats
waar ?
in een stad, op een school, bij een ruïne
Een tijd
wanneer ?
heden, verleden, avond
Omstandigheid
wat ?
oorlog, storm, vakantie
Sfeer kan zijn: 
  • romantisch, 
  • dreigend, 
  • griezelig,
  • verveeld,
  • ontspannen,
  • onbezorgd, 
  • ....

Slide 9 - Slide

3.2 Tijd blz. 68 herhaling
  • Chronologische volgorde = de juiste tijdsvolgorde
  • Vaak: geen chronologische volgorde, maar tijdsprongen 
  • Proloog = een korte tekst die aan het verhaal vooraf gaat. Het doel:de lezer te prikkelen en nieuwsgierig te maken. 
Dit kan gaan over een gebeurtenis uit het verleden of de toekomst waar de lezer bekend mee moet zijn voor het daadwerkelijke verhaal begint, soms vanuit een ander perspectief. Bijv.: over de dood van het broertje van de hoofdpersoon 15 jaar geleden, terwijl het eerste hoofdstuk opent in het heden.

Slide 10 - Slide

3.3 Verhaallijnen blz. 72 herhaling
Verhaallijn:  beschrijft binnen een verhaal het begin, 
verloop en einde van wat personages doen en meemaken. 
Verschillende verhaallijnen. 
Het verhaal...                                                                 





...heeft meerdere hoofdpersonen die elk hun eigen perspectief hebben. Bijv. een ik-perspectief of een hij/zij-perspectief. 
...speelt zich af in verschillende tijden
...speelt zich af op verschillende plaatsen. 

Slide 11 - Slide

Inoefenen
We lezen de tekst van blz. 74 met elkaar. 

2e fragment uit Naar de top van Dan Gemeinhart. 
timer
5:00

Slide 12 - Slide

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 2 van blz. 74 vraag 1, 2 en 4 (let op: 3 en 5 dus niet). 

Daarna kan je verder werken aan je PO.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Aan het werk
1. Bedenk bij elke vorm van  beeldspraak een zin.
2. Zoek er bij elke zin een passende afbeelding bij.
3. Noem de beeldspraak en leg deze uit.  


timer
5:00

Slide 15 - Slide

PO-schrijfopdracht voor 29 januari
Een A4-tje met daarop drie afbeeldingen met elk een andere 
vorm van beeldspraak (vergelijking, metafoor, personificatie).
  1. Je bedenkt bij elke vorm van beeldspraak een zin en zet 
        deze bovenaan.
  1. Daaronder plak je een afbeelding die daarop slaat. 
  2. Onder de afbeelding schrijf je welke vorm van beeldspraak je hebt gebruikt en dit leg je uit. 
  3. Je schrijft je naam, achternaam en je klas op het blad. 
  4. Je levert het geheel, netjes en verzorgd, in op 22 januari via SOM inleveropdrachten. 
  5. Beoordeling: o/v/g  en de weging is 1x 

Slide 16 - Slide

Afsluiting
  • Ik kan de setting en sfeer van een verhaal vertellen. 
  • Ik kan de tijdsvolgorde beschrijven. 
  • Ik weet wat een flashback is. 
  • Ik herkennen de verschillende verhaallijnen in een verhaal (perspectief/tijd/plaats). 
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Volgende les 29 januari: 
afronden fictie 3.1 t/m 3.3 en 4.5 beeldspraak

 Huiswerk : 
Maak opdracht 2 blz. 74 (vraag 1,2,4)
29 jan. inleveren PO-Beeldspraak

Slide 18 - Slide