What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica woordsoorten - H1 - Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Welke zin is juist?
a. Vond jij me zusje ook zo uitsloverig?
b. Vanaf het begin vindt Gerard me leuk.
c. Gisteren heb je jouw mobiel laten liggen.
d. Laten we maar bij jouw afspreken.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Welke zin is juist?
a. Vond jij me zusje ook zo uitsloverig?
b. Vanaf het begin vindt Gerard me leuk.
c. Gisteren heb je jouw mobiel laten liggen.
d. Laten we maar bij jouw afspreken.
Slide 1 - Slide
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
a. Vond jij me zusje ook zo uitsloverig?
b. Vanaf het begin vindt Gerard me leuk.
c. Gisteren heb je jouw mobiel laten liggen.
d. Laten we maar bij jouw afspreken.
Nee, de zinnen a en d zijn
niet correct.
In zin a moet er
mijn
staan in plaats van
me
.
In zin d moet er
jou
staan in plaats van
jouw
.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Hun en hen als persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Bespreken huiswerk: opdr. 1 t/m 4
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Je kunt in zinnen de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en zelf correct gebruiken in een zin.
Slide 4 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
Geeft een persoon, dier of ding aan.
Voorbeeld:
Ik
heb
het
op tafel neergezet.
Persoonlijke voornaamwoorden zijn:
Ik, mij, me, jij, jou, je, u, hij, hem, zij(ev+mv), ze, haar, het, wij, we, ons, jullie, hun/hen
Slide 5 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Geeft een bezit aan. Let op: dit is
zonder een voorzetsel.
Een
bezit met een voorzetsel is een persoonlijk voornaamwoord
Voorbeeld:
Dit is
jouw
auto. = bezittelijk voornaamwoord
De auto is
van
jou
. Jou = persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoorden: mijn, jouw, je ,uw, haar, zijn, ons/onze, jullie, hun.
Slide 6 - Slide
Wanneer gebruik je hun/hen?
Hun:
-
Als
bezittelijk voornaamwoord:
Dat is
hun
huis.
- Als meewerkend voorwerp
zonder
voorzetsel:
Ik geen hun een cadeau.
Hen:
- Als
lijdend voorwerp:
Hij ontslaat
hen
na dit incident.
- Na een voorzetsel:
dankzij hen
gaat het een stuk beter. De auto is
aan
hen
gegeven.
Slide 7 - Slide
Pak je laptop
Log in in LessonUp en beantwoord klassikaal de vragen
Slide 8 - Slide
Benoem de fout in de zin. Als er geen fout is, dan zet je een X: Vond jij me zusje ook zo slijmerig doen?
Slide 9 - Open question
Benoem de fout in de zin. Als er geen fout is, dan zet je een X: Laten we maar bij jouw afspreken.
Slide 10 - Open question
Is onderstaande zin goed of fout:
Ik heb dat echt niet gedaan, hun deden dat!
A
Goed
B
Fout
C
Weet ik niet
Slide 11 - Quiz
Benoem alle persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in de zin:
Hij heeft zijn boeken al ingeleverd.
Slide 12 - Open question
Benoem alle persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in de zin:
Wij zijn gisteren met je broer naar zijn nieuwe huis gaan bezichtigen.
Slide 13 - Open question
Benoem alle persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in de zin: Ik heb u uw potlood toch al teruggegeven?
Slide 14 - Open question
Vul het juiste voornaamwoord in: Het leerboek is op .... afgestemd.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 15 - Quiz
Vul het juiste voornaamwoord in: Hij schonk .... een kopje koffie in.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 16 - Quiz
Vul het juiste voornaamwoord in: De tranen stonden ..... in de ogen.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 17 - Quiz
vul het juiste voornaamwoord in: .... zijn gaan skiën in de kerstvakantie
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 18 - Quiz
Zelf aan de slag
Maken: Opdracht 1 t/m 4 : persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord blz. 30 en 31
Dit is tevens huiswerk!
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Grammatica woordsoorten 29-11
November 2021
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
week 42 - A2 - Grammatica - de Brug - voornaamwoorden
October 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
May 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 4 - H2 Grammatica pers. en bez. vnw
October 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
January 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten H1
November 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2