KAAS -HOOFDSTUK 9 -EINDE

ANALYSE HOOFDSTUK 9-24
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

ANALYSE HOOFDSTUK 9-24

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke TUSSENSTAPPEN zet Laarmans (naar succes/mislukking)?

Slide 3 - Mind map

Waar ligt het vertelperspectief?
A
ik-verteller
B
personele hij-verteller
C
auctoriële verteller
D
wisselend vertelperspectief

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak klopt
A
Alle personages zijn "round characters"
B
Geen van de personages zijn "round characters"
C
Er is maar één "round character"

Slide 5 - Quiz

Over welke eigenschappen beschikt Laarmans? Hoeveel scoort hij op 10?

Slide 6 - Slide

Stel dat Laarmans zelf zou solliciteren voor de job waarvoor hij een advertentie plaatst, zou hij daarvoor in aanmerking komen? Leg o.a. uit a.d.h.v. deze fragmenten!



„In ieder geval heb ik mij met de eigenlijke verkoop nog niet kunnen bezighouden. Ik heb nog niet eens een bureau-ministre gevonden en ook geen schrijfmachine. “ (p. 70)

„Tegen die kleine moeite zie ik niet op, maar ik durf geen winkel verlaten zonder iets gekocht te hebben, en geen café zonder iets te hebben gedronken. “ (p. 77

Slide 7 - Slide

Komt Laarmans zelf tot inzicht dat het Kaasavontuur niet voor hem is weggelegd?
A
Ja. Het wordt hem uiteindelijk zelf duidelijk
B
Nee. Zijn vrouw wijst hem hierop
C
Nee. Zijn kinderen wijzen hem hierop
D
Nee. Hij komt nooit tot inzicht, maar voelt zich verplicht terug te keren naar zijn oude job

Slide 8 - Quiz

Welke andere personages duiken in dit deel op?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Video

Hoe gaan zijn vrouw en kinderen om met zijn kaasavontuur? 
 „Vooruit nu, Frans, ´t Is uit met al je kantoorgelul. Je moet er zelf op los, met geen andere helpers dan je tong en de kwaliteit van je volvette. “ (p. 99)


„Thuis wordt nooit meer over kaas gesproken. Zelfs Jan heeft geen woord meer gerept oer de kist die hij zo schitterend verkocht had en Ida is stom als een vis. Misschien wordt de sukkel op ´t gymnasium nog steeds kaasboerin genoemd. “ (p. 124)




Slide 11 - Slide

Hoe lees jij het einde?
„Brave, beste kinderen. Lieve, lieve vrouw.“
Wat is de boodschap?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

En zijn broer? 
 „Die heeft van in ´t begin geweten hoe ´t lopen zou. Waarom heeft hij dan niet geweigerd mij dat certificaat te geven? Dat was verstandiger geweest dan alle dagen monsters van medicamenten mede te brengen die niemand nodig heeft. Die lamstraal. “ (p. 112)




Slide 14 - Slide

En zijn oude collega´s?
„´t Is vreemd, in al die jaren heb ik niet geweten dat het op kantoor zo gezellig kan zijn. In die kaas moest ik stikken, terwijl ik hier, tussen twee briefjes in, even kan luisteren naar innerlijke stemmen. “ (p. 118)

Slide 15 - Slide

Wat lijkt jou het belangrijkste thema?

Slide 16 - Mind map

“Het tragische thema van de levensmislukking ten gevolge van de steeds in het leven weer oprijzende tegenstelling tussen droom en werkelijkheid, waarbij de mens zich door zijn illusies leiden laat tot hij vóór de noodlottige instorting staat en hij zijn eigen zwakheid en beperktheid moet erkennen.” (F. Smits, 1976, p. 79) 

Slide 17 - Slide

Elsschot heeft zelf gezegd 
wat hij in Kaas heeft willen uitbeelden, namelijk ‘de pijnlijke gemoedstoestand, de tragiek van een man die door de omstandigheden gedwongen wordt een vak uit te oefenen dat helemaal in strijd is met zijn karakter, zijn aanleg, zijn temperament’. (Geciteerd in Van Delden, 1983, p. 19.) 

Slide 18 - Slide

Zie je linken met deze strofe uit Elsschots overbekende gedicht HET HUWELIJK
 „Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.“

Slide 19 - Slide

Gedraagt Laarmans zich in deze hoofdstukken overmoedig?
Absoluut! Hij overschat zichzelf continu
Ja, hij neemt daardoor te grote risico´s
ik weet het niet. het ontbreekt hem vooral aan zelfkennis
Nee, hij is net erg onzeker
Absoluut niet. Precies zijn gebrek aan overmoed leidt tot zijn val

Slide 20 - Poll

LEUGENS EN BEDROG
„Daar komt nog bij dat ik nooit helemaal gerust door de stad loopt. Hamer heeft mijn certificaaat wel, maar iemand die ernstig ziek is zit thuis en loopt de winkels niet af. Ik vrees altijd mensen van de General Marine te ontmoeten, want ik weet niet hoe en echte zenuwlijder doet. Als ik me laat neervallen dan gaan ze mij water in ´t gezicht gieten, doen mij vliegende geest opsnuiven of brengen mij binnen bij een dokter of bij een apotheker die verklaart dat ik komedie speel. Neen, daar bedank ik voor.“ (p. 78)


Slide 21 - Slide

Is Laarmans een bedrieger of gewoon naïef? Heeft hij bewust zijn oude werk verlaten, of is hij erin geluisd?
hij is een echte bedrieger
hij bedriegt wel maar alleen omdat hij zo naïef is
hij wordt vooral zelf bedrogen

Slide 22 - Poll

De verwijzingen naar de dood van de moeder vormen een soort leidmotief in het verhaal. Op verschillende plaatsen verzucht Laarmans dat hij het jammer vindt, dat zijn moeder dit niet kan meemaken, maar op het einde van het boek klinkt het anders: 


“Ik kan gerust zijn. Die hier liggen hebben van mijn kaasgeschiedenis niets gehoord, anders was moeder trouwens naar de Gafpa gekomen om mij te troosten en bij te staan.”

Slide 23 - Slide

Waarom brengt Laarmans op het einde van de roman een bezoek aan het graf van zijn moeder?
„Ik heb vandaag een bezoek gebracht aan ´t graf van mijn moeder, of beter gezegd van mijn ouders. Ieder jaar ga ik, maar nu heb ik mijn bezoek vervroegd om het helen van mijn kaaswond te bevorderen. “ (p. 121)

Slide 24 - Slide

Hoeveel bedraagt de vertelde tijd?

Slide 25 - Open question

Hoe wordt het verhaal verteld?
A
chronologisch, maar het begint met een flashback
B
chronologisch met tal van flashbacks
C
fragmentarisch met afwisselend stukken uit heden en verleden
D
strikt chronologisch

Slide 26 - Quiz

Hoe omschrijf je Elsschots schrijfstijl?

Slide 27 - Mind map

GEEF EEN VOORBEELD VAN EEN TYPISCHE ELSSCHOT-VORM VAN BEELDSPRAAK:
Als een echte dokter steekt hij telkens weer het mes in de wond’ (p.): over zijn broer die voortdurend vraagt hoe het nu met de verkoop staat.

Slide 28 - Open question

Deze novelle dateert uit de jaren 30. Is het taalgebruik in Kaas archaïsch? Geef hier voorbeelden van.

Slide 29 - Open question

Waarom kan je deze novelle tot de literaire stroming van de Nieuwe Zakelijkheid rekenen?

Slide 30 - Slide

Welke score geef je KAAS ?
1
2
3
4
5

Slide 31 - Poll

Wat blijft het meest bij?
de humor
de tragiek van Laarmans
de maatschappij-kritiek
de stijl van Elsschot
iets anders

Slide 32 - Poll

Hoe kan je KAAS in één kernzin samenvatten?

Slide 33 - Open question