le lundi 10 mars (H2c-s11)

Salut tout le monde!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Salut tout le monde!

Slide 1 - Slide

Une bouche mange tout...
(Noem in het Nederlands, de verschillende eetproducten die Alain eet)

Slide 2 - Mind map

au programme
- herhalen ww op RE
- huiswerk bespreken
- jeu d'ardoise (woordjes herhalen)
- écrire

leerdoelen:
- Je herhaalt de ww op RE in de présent en passé composé
- Je herhaalt de woordjes op een leuk manier.
- Je kunt een absentiebriefje met een zelfbedachte smoes schrijven.

 

Slide 3 - Slide

Wat betekent het werkwoord attendre?

Slide 4 - Open question

...en rendre?

Slide 5 - Open question

...en uitstappen/naar beneden gaan in het Frans?

Slide 6 - Open question

Hoe vervoeg je de werkwoorden op RE in de présent tijd?
A
infinitief + uitgangen
B
RE eraf halen + uitgangen
C
RE eraf halen + voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

Dit zijn de uitgangen van de werkwoorden op RE in de présent tijd?
s-s-t-ons-ez-ent
A
faux
B
vrai

Slide 8 - Quiz

Hoe eindigt het voltooid deelwoord van de werkwoorden op RE in de passé composé tijd? Op ...
A
é
B
i
C
re
D
u

Slide 9 - Quiz

Welk werkwoord op RE heeft in de passé composé het hulpwerkwoord être?

Slide 10 - Open question

Verbes -re: on (vendre)
A
vend
B
vendent
C
vends
D
vendons

Slide 11 - Quiz

Verbe -re: ils (rendre)
A
rendent
B
rends
C
rend
D
rendez

Slide 12 - Quiz

Verbe -re
jij hebt verkocht
A
tu as vendé
B
tu as vendu
C
tu as vendi
D
tu es vendu

Slide 13 - Quiz

werkwoorden op -re
wij hebben geantwoord
A
vous avez répondu
B
nous avons répondus
C
nous avons répondre
D
nous avons répondu

Slide 14 - Quiz

ex 24 
A a + 6
 b + 1
 c + 7
 d + 2
 e + 3
 f + 5
 g + 8
 h + 4


ex 26
A 1 un prétexte
 2 il tousse
 3 il éternue
 4 la grippe
 5 un examen
 6 une chute
 7 cogné
8 le sang
 9 absence
B 1 la grippe
 2 un prétexte
 3 absence
 4 il éternue        6 cogné
 5 une chute       7 sang
                               8 un examen

ex 28
1 Hugo ne peut pas venir au collège aujourd’hui.
2 Je crois qu’il a attrapé un rhume.
3 Il a 40 degrés de fièvre.
4 Il a un rendez-vous au cabinet du médecin.
5 Hugo a fait une chute dans sa chambre.
6 Il s’est cogné la tête.

Slide 15 - Slide

jeu en ardoise
- apprendre 1 en 2, 3 min doornemen
- groepjes van 5

- ronde 1:  ik noem 5 Nederlandse woorden uit apprendre 1 
ronde 2: ik noem 5 Franse woorden uit apprendre 2
- zo snel mogelijk de vertaling op je wisbordje schrijven, spelling telt mee!

Het eerste groepje dat 10 punten haalt: bonbon Napoléon!

Slide 16 - Slide

écrire ex 30 p.35
Voorbereiding: app 8 en 9, ex 24-26-28, brief van Hugo

en nu?
-Hoe maak je een brief? Layout?
- Hoe zeg je de datum in het Frans?
- Welke woorden heb je hier nog meer voor nodig?
- Welke werkwoorden en welke tijd?
- Hoe maak je correcte zinnen in het Frans? Volgorde van de woorden?



Slide 17 - Slide

les devoirs
- herhalen apprendre 4 en 6
- afmaken ECRIRE ex 30 p.35



Je vous souhaite une bonne journée!





Slide 18 - Slide