les 11 H1 woordenschat 5e uur 27-9-21 Klas 1hv1

Welkom! Klas 1HV1
5e uur NE
27-9-2021
Les 11  

H1 Woordenschat 
woordraadstrategie: zoek een synoniem
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! Klas 1HV1
5e uur NE
27-9-2021
Les 11  

H1 Woordenschat 
woordraadstrategie: zoek een synoniem

Slide 1 - Slide

Voorleestijd!
Zomerwoud van Linda Dielenmans

Slide 2 - Slide

Alja knikte en vluchtte in de schemering weg van het geschreeuw rond het vuur. Een triest gevoel overspoelde haar plotseling en ze voelde tranen in haar ogen. In plaats van haar
geliefde rivier op te zoeken, verdween Alja dieper het bos in, naar het hart van het woud. Een grote, oude eik stond in het midden van een kleine open plek. Zijn donkergroene bladeren ritselden in het briesje dat met zachte vlagen langs de takken streek. Zijn kronkelende takken waren zo dik als Alja’s middel en zijn bemoste stam kon pas omarmd worden als vijf mensen hand in hand stonden. Alja’s vingers gleden over het donzig zachte mos en langs de groeven van de stam, die zo
 
diep waren dat ze bescherming boden aan honderden kleine diertjes, maar ook aan kleine gevederde varens die hier wortelden. Ze ging op haar hurken zitten met haar rug tegen de
eik en boog haar hoofd. Heel zacht begon ze te zingen, eerst nauwelijks te onderscheiden van het geruis van de bladeren, maar later helder, meedeinend op het ritme van de wind. Hier
op deze plaats golden niet de regels van de stam of de jacht. Deze plek was het hart van alles, waar alles begon en alles eindigde. Rond de oude eik lagen, onder een zachte laag van bladeren en zwarte aarde, de doden van de stam. Alja’s lied eerde de doden en de boom die hen beschermde. Haar handen lagen

Slide 3 - Slide

nu op de plek waar haar kleine broertje in de vorige zomer was begraven. Het deed pijn als ze terugdacht aan die dag. Het jongetje was haar trots geweest, ze had hem willen beschermen en meenemen op jacht en verhalen willen vertellen. Maar hij was ziek geworden en nooit meer opgestaan. Hij had
nog geen naam gekregen, hij was te jong. Alja had hem zelf begraven met een zelfgemaakte pijlpunt die symbool stond voor de jager die hij zou zijn geweest. Haar moeder was te
verdrietig geweest om haar te helpen. Het jongetje had niet het eerbetoon gekregen van een volwaardig lid van de stam. Dat was de weg van het woud. Wie nog niets had 
had nog geen eer verdiend.
gegeven,  had nog geen eer verdiend.
Niets verried de plek van de verschillende graven, maar Alja wist waar ze waren. Sommige doden zaten op hun hurken in
de aarde, bestrooid met kostbare rode oker. Sommige doden waren door een vuur van eerbetoon niets meer dan zwarte as en witte splintertjes bot. Haar lied werd zachter, treuriger, en hield toen op. Maar de bladeren zongen het nog steeds en de eik begreep haar. Rust en kalmte vloeiden van de zachte mossige stam in haar hoofd. Het was tijd om terug te gaan naar het kamp om te horen wat de Oudste had besloten. Al luisterend en 

Slide 4 - Slide

tastend, met hulp van haar scherpe blik, vond ze haar weg terug in de schemering van de avond.

De meeste mensen zaten al rond het vuur toen Alja een plaats zocht tussen haar stamgenoten. Sommigen keken haar vreemd
aan, waardoor Alja zich afvroeg wat er al was gezegd die avond. Ze probeerde zichzelf onopvallend te maken en dook in elkaar, haar schouders laag.
‘Zo is het beslist!’ riep de Oudste. ‘Een van onze dochters of zonen zal bij de hooglanders gaan leven. Hij of zij zal de taal en gebruiken leren kennen zodat we hen beter zullen 
begrijpen en met hen kunnen spreken. We zullen met iedereen, ook de jonge kinderen en ouderen, naar hen toe gaan zodat ze weten dat we geen kwaad bedoelen. Nu is nog de vraag: wie van ons zal deze taak op zich nemen?’
Een onrustig gemompel verspreidde zich door de groep. Zou het gevaarlijk zijn? Kon er wel iemand gemist worden? Wie zou het vertrouwen van de vreemdelingen kunnen winnen? Niemand bood zich nog aan. Geleidelijk viel er een doodse stilte. Alleen de knappende vuren en de roep van een uil in de bomen waren nog hoorbaar. Iedereen keek elkaar aan, maar niemand durfde iets te zeggen. Toen stond Alja op.

Slide 5 - Slide

‘Goed, ik zal het doen.’ Ze rechtte haar rug en keek trots om zich heen als de jager die ze was. Hoe langer ze erover nadacht, hoe meer het idee haar aanstond en ze glimlachte. ‘Ik
zal deze vreemde stam leren kennen en met hen praten.’ Ze dacht aan Erkin. Ze zou het niet erg vinden om een tijdje met hem op te trekken en nog meer van zijn taal te leren. Ze kende al wat woorden. Het zou niet veel moeite kosten, dacht ze. En ze was nieuwsgierig. Erg nieuwsgierig.
De Oudste riep: ‘Heeft iemand hier bezwaar tegen?’ Zelfs de nachtdieren hielden zich stil. Een zachte wind liet de donkere bladeren ruisen. Felle oranje vonkjes dansten boven de

vuren in de zwarte lucht. ‘Dan is het beslist!’ riep de oude man. ‘Zo zal het gebeuren. We zullen snel handelen. Morgen vertrekken we met de hele stam naar de hooglanden. Jager Alja zal bij hen blijven. Dit is de weg van het woud.’ Alja probeerde het gespannen gevoel in haar onderbuik te verjagen met een diepe zucht.

Slide 6 - Slide

Terugblik vorige les(sen)
Wat weet je nog?

Open je chromebook en doe mee!

Slide 7 - Slide

timer
0:30
Wat weet je nog van de vorige les(sen)?

Slide 8 - Mind map

The spinner!

Slide 9 - Slide

Wat is een voorbeeld van doorvragen?
A
Heb je huisdieren?
B
Hoe heten je huisdieren?
C
Woon je in Schagen?
D
Hoe oud ben je?

Slide 10 - Quiz

Wat betekent gesloten vraag?
A
een dichte vraag
B
een moeilijke vraag
C
een vreemde vraag
D
vraag waarop je ja of nee antwoordt

Slide 11 - Quiz

Welke is een open vraag?
A
Ga je mee?
B
Wat vind je leuk aan school?
C
Heb je een 10 gehaald?
D
Is Nederlands je lievelingsvak?

Slide 12 - Quiz

Huiswerkcontrole
Leren: Theorie Lezen (blz. 12), Schrijven (blz. 18) en Kijken en luisteren (blz. 20)
Afmaken 1 t/m 2 + maken opdracht 3 (bekijk het filmpje in de online-methode.

Kijk je antwoorden naar op Classroom!
timer
4:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 4 (blz. 23)
Werk in een tweetal. Jullie gaan elkaar vragen stellen om elkaar beter te leren kennen.

Vul eerst vier vragen in die je aan de ander wilt stellen. 
Stel zowel open als gesloten vragen en vraag naar feiten en naar meningen.
Kijk even naar de  theorie van de vorige les!
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Vragen stellen
Een goede manier om ergens achter te komen, is vragen stellen. In een interview of een vraaggesprek stelt één persoon vragen en de ander geeft antwoord.

 Als je iemand gaat interviewen, moet je je goed voorbereiden. Je bedenkt van tevoren vragen en schrijft ze op.

Slide 15 - Slide

Je kunt open en gesloten vragen stellen. 

  • Op een gesloten vraag kan iemand alleen met ja of nee antwoorden. De vraag begint met een werkwoord:

- Heb je veel vrienden?

  • Op een open vraag kan iemand uitgebreid antwoord geven. De vraag begint met een vraagwoord:

– Wat betekent vriendschap voor jou?

Slide 16 - Slide


  • Je kunt vragen stellen om feiten te weten te komen:

– Wanneer hebben jullie elkaar ontmoet?

  • Je kunt ook vragen stellen om iemands mening te horen:

– Wat vind je het leukste wat jullie samen hebben meegemaakt?

  • Soms krijg je niet meteen een duidelijk antwoord. Dan moet je doorvragen. Je stelt dan een extra vraag.

Vraag om herhaling: Wil je dat nog een keer zeggen?
Vraag om een voorbeeld: Kun je een voorbeeld geven?
Vraag om meer uitleg: Wat bedoel je precies met …?

Slide 17 - Slide

Vandaag!
H1 Woordenschat
Woordraadstrategie: zoek een synoniem

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Je leert:
  • de woordraadstrategie zoek een synoniem.

Slide 19 - Slide

Wat weet je al?

Slide 20 - Slide

timer
0:30
Wat is een synoniem?

Slide 21 - Mind map

Startopdracht
Werk in tweetallen.

Bedenk zo veel mogelijk woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben als vriend(in). Denk aan woorden die je voor een jongen of een meisje zou gebruiken. Er zijn ook neutrale woorden voor vriend(in).
timer
3:00
voor een jongen: 
kameraad – makker – vrijer – maat – minnaar – kompaan – metgezel – gabber

voor een meisje: 
minnares – beminde – liefje – schattebout – vriendinnetje

neutraal: 
kennis – partner – verkering – geliefde – teamgenoot – lover – relatie – schat – verloofde – wederhelft

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

timer
2:00

Slide 24 - Slide

Begrepen?

Slide 25 - Slide

Welke woordstrategie heb je in dit hoofdstuk geleerd?
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een voorbeeld
C
Zoek een tegenstelling
D
Zoek een omschrijving of definitie

Slide 26 - Quiz

De betekenis van een woord kun je vaak
dankzij de context vaststellen.

Wat betekent 'context' ?
A
het tegenovergestelde van een woord
B
de toon waarop het gezegd wordt
C
het tekstdeel rond het onbekende woord
D
de opmaak rond het onbekende woord

Slide 27 - Quiz

wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 28 - Quiz

Oefenen

Slide 29 - Slide

Maak 
opdracht 1, 2, 3
timer
5:00

Slide 30 - Slide

Evaluatie Lesdoelen
Ik kan:
  • de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een synoniem.

Slide 31 - Slide

Huiswerk
dinsdag 28 september 2021
3e uur
L. theorie van lezen, schrijven, kijken en luisteren en spreken en gesprekken (H1)
M. opdr. 1 t/m 4 (blz. 25 en 26)

Slide 32 - Slide

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll