NK, Kapitel 9, Periode 2, les 5 pers.vnw in 3e naamval
Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober
Willkommen,
heute ist Donnerstag
der 4. April 2024
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober
Willkommen,
heute ist Donnerstag
der 4. April 2024
Slide 1 - Slide
Lernziel(e)
1. Je weet hoe je een eenvoudig bericht kunt schrijven.
Slide 2 - Slide
Studiewijzer periode 2
Slide 3 - Slide
Programma:
1. Formatieve woordjestoets
2. Vragen vlog?
3. zelfstandig opdrachten maken
Slide 4 - Slide
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 5 - Slide
Herhaling grammatica
Slide 6 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord:
vervangt een persoon, personen, dieren of voorwerpen
de man = hij
Marieke = zij
mijn ouders = zij mv
Slide 7 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
1. Wat is eigenlijk een persoonlijk vnw?
2. Kunnen jullie er in het Duits noemen?
Slide 8 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord
1e naamval (onderwerp)
Nederlands Duits
ik ich
jij du
hij/zij/het er/sie/es
wij wir
jullie ihr
zij/U sie/Sie
wie wer
Slide 9 - Slide
Welke voorzetsels met de 3e naamval kennen jullie?
Slide 10 - Slide
voorzetsels die de 3e naamval krijgen:
aus uit
bei bij
mit met
nach naar (bij steden, landen)
seit sinds
von van / door (bij personen)
zu naar (bij personen)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord
3e naamval (meewerkend voorwerp)
1e naamval 3e naamval
ich mir
du dir
er ihm
sie ihr
es ihm
wir uns
ihr euch
sie/Sie ihnen/Ihnen
wer wem
"met jij is het altijd leuk"
-> met jou = meewerkend voorwerp,
in het Duits: Mit du -> mit dir
Slide 13 - Slide
Huiswerk nakijken
1. Maak van Kapitel 9, E Grammatik
Aufgabe 18, 19, 21, 22, 23, 24
2. Maak van Kapitel 9, F Sprechen
Aufgabe 29, 30, 31, 32
Aufgabe 19 en 22 doen we samen.
De andere Aufgaben kijken jullie zelf na.
Slide 14 - Slide
Zelfstandig aan het werk
1. Maak van Kapitel 9, G Schreiben
Aufgabe 39, 40, 41, 42
2. Klaar? Leer de woorden van K9 via
Study-go of slim stampen.
Slide 15 - Slide
Deel 2
Sprachmittel Seite 122
Slide 16 - Slide
Wat is 'hij' in de derde naamval?
A
mir
B
uns
C
ihm
D
ihr
Slide 17 - Quiz
Wat is 'wij' in de derde naamval?
A
ihnen
B
euch
C
uns
D
Ihnen
Slide 18 - Quiz
Wat is 'jij' in de derde naamval?
A
wem
B
ihr
C
mir
D
dir
Slide 19 - Quiz
Wat is 'ik' in de derde naamval?
A
mir
B
euch
C
ihr
D
ihnen
Slide 20 - Quiz
Wat is 'jullie' in de derde naamval?
A
Ihnen
B
euch
C
wem
D
ihm
Slide 21 - Quiz
Wat is 'u' in de derde naamval?
A
ihnen
B
euch
C
uns
D
Ihnen
Slide 22 - Quiz
Vertaal de voorzetsels
met
uit
van, door
bij
sinds
na, naar
naar (bij personen)
mit
nach
bei
seit
zu
aus
von
Slide 23 - Drag question
We hebben twee vertalingen voor 'naar': zu of nach. Welke gebruiken we als we willen zeggen dat we naar iemand toe willen gaan? Voorbeeld: Ich gehe zu dir of Ich gehe nach dir?
A
zu dir
B
nach dir
Slide 24 - Quiz
Na "aus" verandert "ich" in...
Slide 25 - Open question
Jona ist nach ...(ons) an der Reihe.
Slide 26 - Open question
Wir haben das von ...(u) bekommen.
A
Ihnen
B
ihnen
C
sie
D
euch
Slide 27 - Quiz
Welke hoort er niet bij?
A
Durch
B
Bei
C
Nach
D
Zu
Slide 28 - Quiz
Ich mache den Kuchen bei ... (haar)
A
sie
B
ihm
C
ihr
D
ihnen
Slide 29 - Quiz
Na "mit" verandert "er" in ...
Slide 30 - Open question
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 31 - Quiz
Zelfstandig aan het werk: K8
1. Maak van Kapitel 9, G Schreiben
Aufgabe 39, 40, 41, 42
2. Klaar? Leer de woorden en de grammatica van K9 via
Study-go of slim stampen.
Slide 32 - Slide
Deel 2
We lezen + zeggen samen de Sprachmittel
Slide 33 - Slide
Hausaufgaben
1. Maak van Kapitel 9, G Schreiben
Aufgabe 39, 40, 41, 42
2. Klaar? Leer de woorden en de grammatica van K9 via
Study-go of slim stampen.
Slide 34 - Slide
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is en wat het betekent als deze in de 3e naamval staat.
Slide 35 - Slide
Ben je goed voorbereid voor de toets van Kapitel 6?