This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Afsluiting thema 4
Thema 4 voeding en vertering
-
Biologie
Slide 1 - Slide
Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten
Slide 2 - Quiz
Hoe werken enzymen? Zet in de juiste volgorde.
enzym knipt voedingsstof in tweeën
enzym bindt aan voedingsstof
enzym laat los
voedingsstof is (deels) afgebroken
Slide 3 - Drag question
Welk van de onderstaande sappen is geen vertering sap?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Maagsap
D
Gal
Slide 4 - Quiz
Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten
Slide 5 - Quiz
Welk verteringssap bevat alleen een enzym voor de vertering van zetmeel?
A
Speeksel
B
Gal
C
Alvleessap
D
Maagsap
Slide 6 - Quiz
Vetbollen worden kleine vetbolletjes.
Je noemt dit ..... de stof die dit doet is ....
A
darmperistaltiek... alvleessap
B
vertering van vet... speeksel
C
emulgeren...
gal
D
verbranding...
darmsap
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
De maagwand beschermen tegen maagzweer
D
De pH van maagsap verhogen
Slide 8 - Quiz
Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten
Slide 9 - Drag question
Kies het beste antwoord:
De peristaltische bewegingen vinden plaats in...
A
...de mond, de dikke darm
B
...de darmen, de maag en de slokdarm
C
...de maag en de
slokdarm
D
...de mond en de maag
Slide 10 - Quiz
Dit is het gebit van een
A
Alleseter
B
Vleeseter
C
Planteneter
Slide 11 - Quiz
Van welk type eter zijn de kiezen op de afbeelding?
A
Herbivoor
B
Omnivoor
C
Carnivoor
Slide 12 - Quiz
Het gebitselement van de afbeelding zit in het gebit tussen een hoektand en een snijtand in.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
De micro-organismen in het verteringskanaal van een koe maken enzymen die cellulose uit het plantaardige voedsel afbreken. Waarin bevindt zich vooral veel cellulose?
A
In de celkern
B
In de vacuole
C
In de bladgroenkorrels
D
In de celwand
Slide 14 - Quiz
Welk type dier heeft het langste darmenstelsel?
A
Planteneter
B
Vleeseters
C
Alleseters
Slide 15 - Quiz
Welke bouwstof heb je nodig om sterke spieren te krijgen?
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
water
Slide 16 - Quiz
Waar horen mineralen bij?
A
Beschermende stoffen en bouwstoffen
B
Bouwstoffen en brandstoffen
C
Energierijke stoffen en beschermende stoffen
D
brandstoffen en energieke stoffen
Slide 17 - Quiz
Waarvan is de grondstofwisseling van afhankelijk?
A
Leeftijd, geslacht, woonplaats
B
Geslacht, leeftijd, lichaamstemperatuur
C
Leeftijd, milieutemperatuur, geslacht
D
Milieutemperatuur, geslacht, lichaamstemperatuur
Slide 18 - Quiz
Welk van de onderstaande sappen is geen vertering sap?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Maagsap
D
Gal
Slide 19 - Quiz
Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines
Slide 20 - Quiz
Voedingsstoffen zijn...
A
Bestanddelen van voedingsmiddelen
B
Alle bouwstoffen in voedingsmiddelen
C
Alle brandstoffen in voedingsmiddelen
D
Alle calorieën in voedingsmiddelen
Slide 21 - Quiz
Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten
Slide 23 - Quiz
Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Lever
C
12 vingerige darm
D
Alvleesklier
Slide 24 - Quiz
In welke organen worden o.a. verteringssappen gemaakt?
A
Lever, maag en mondholte
B
mondholte, slokdarm en dunne darm
C
Mondholte, maag en dunne darm
D
Dunne darm, galblaas en maag
Slide 25 - Quiz
Welke organen horen bij het verterings-stelsel?
A
Maag, hart en lever
B
Maag, lever en darmen
C
Longen, luchtpijp en mondholte
D
Luchtpijp, slokdarm en luchtpijptak
Slide 26 - Quiz
Welk verteringsorgaan komt er na de maag?
A
slokdarm
B
dunne darm
C
dikke darm
D
twaalfvingerige darm
Slide 27 - Quiz
wat is conserveren
A
het nuttigen van voedsel
B
schimmels toevoegen aan de voeding
C
een manier om voedsel langer houdbaar te maken
Slide 28 - Quiz
Wat is het verschil tussen pasteuriseren & steriliseren
A
Pasteuriseren gaan alle bacteriën dood, steriliseren niet
B
Steriliseren gaan alle bacteriën dood, pasteuriseren niet